Koningin Máxima bezoekt Veteraneninstituut in Doorn

Hare Majesteit Koningin Máxima bezoekt woensdagmiddag 15 juli het Veteraneninstituut in Doorn. Het bezoek staat in het teken van de erkenning en waardering van en de zorg voor Nederlandse veteranen.

Veteranen zijn alle (oud)-militairen van de Nederlandse krijgsmacht, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) en het vaarplichtig koopvaardijpersoneel uit de Tweede Wereldoorlog, die het Koninkrijk dienen of gediend hebben in oorlogsomstandigheden of tijdens vredesmissies. Het Veteraneninstituut maakt veteranen zichtbaar in de maatschappij en biedt hun een platform om hun ervaringen op missie, maar ook terug in Nederland, te delen. Het instituut speelt een verbindende rol tussen de veteranen onderling, maar vormt ook de schakel naar het thuisfront, de dienstverleners en de samenleving. Daarnaast bevordert het Veteraneninstituut onderzoek naar veteranenzaken, zoals erkenning en waardering voor veteranen. Samen met andere organisaties die de belangen van veteranen behartigen is het Veteraneninstituut gehuisvest in het gebouw van Stichting De Basis.

Koningin Máxima wordt tijdens haar bezoek geïnformeerd over de veteranenwereld en de wijze waarop het Veteraneninstituut zich voor de veteranen inzet. Tijdens een rondleiding door het gebouw maakt zij kennis met de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO), het Landelijk Zorg Systeem voor Veteranen en het Veteranen Platform, waarbij wordt ingegaan op specifieke vraagstukken die de organisaties in hun werk tegenkomen. Afsluitend gaat Koningin Máxima met veteranen, dienstverleners en vrijwilligers in gesprek over de verschillende aspecten van het veteranenwerk, zoals de hulpverlening aan veteranen, het bewustmaken van de rol van veteranen in de samenleving en het organiseren van en deelnemen aan activiteiten door veteranen.

Het Veteraneninstituut is in 2000 geopend in aanwezigheid van Prins Bernhard. In 2013 heeft Prinses Beatrix gebouw De Basis geopend.

Tijdens het bezoek worden de huidige algemeen geldende richtlijnen voor bijeenkomsten in acht genomen.

RVD, nr. 113