Juni 2017

  • Beeld: ©Holland Festival

3 juni: Gashouder wordt muziektempel

Ze werden oorspronkelijk geschreven voor de basiliek van San Marco in Venetië, maar klonken op 3 juni in de Westergasfabriek in Amsterdam: de Mariavespers van Claudio Monteverdi. De Nationale Opera bracht dit werk uit 1610 als opening van het Holland Festival 2017. Hare Majesteit Koningin Máxima was erbij. Samen met de andere bezoekers ervoer zij hoe het Franse barokensemble Pygmalion onder leiding van Raphaël Pichon de stoere ronde gashouder omtoverde tot een gewijde muziektempel.

De Mariavespers – of Vespro della Beata Vergine, zoals het werk officieel heet – is een eerbetoon aan Maria en bestaat uit een reeks koorpsalmen en Gregoriaanse gezangen, afgewisseld door geestelijke concerten voor een of meer solisten. Monteverdi baseerde het onder andere op het rooms-katholieke avondgebed. “Het werk is een religieuze meditatie die duidelijk haar eigen regels heeft en bij vlagen meer voelt als een opera dan als een mis”, volgens regisseur Pierre Audi die de mise-en-espace verzorgde.

Het was de zeventigste keer dat het Holland Festival werd georganiseerd. Het festival toonde in 23 dagen meer dan 160 voorstellingen en trok bijna honderdduizend bezoekers. De Mariavespers behoorden tot de publieksfavorieten, samen met optredens van onder anderen de pianisten Lucas en Arthur Jussen en van de sopraan Eva-Maria Westbroek samen met tenor Jonas Kaufmann.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

6 juni: Behouden Huis

In het Noord-Hollandse dorp Oudkarspel zet een grote groep vrijwilligers zich al jaren in voor ‘Het Behouden Huis’, een monumentaal schoolgebouw dat van de sloop werd gered en een tweede leven kreeg als buurthuis. Buurtbewoners verenigden zich in de stichting ‘Hart van Oudkarspel’, knapten het gebouw samen op en richtten het in als onderkomen voor verenigingen en clubs uit de buurt. De stichting doet enthousiast mee aan de jaarlijkse Oranje Fonds Collecte en weet daarmee een mooi bedrag bij elkaar te brengen ten behoeve van de activiteiten in het buurthuis, dat geheel op vrijwilligers draait. “De enige die hier iets vangt is de schoonmaakster”, aldus beheerder Piet Beers.

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander ging op 6 juni naar Oudkarspel om te ervaren wat Het Behouden Huis voor de inwoners van het dorp betekent. Hij praatte met bestuursleden en gebruikers van het buurthuis en ging kijken bij de knutselclub, de linedancers, de kinderdisco, het repair-café en de klaverjasclub. Daar vertelde klaverjasser Jelle de Jong hem dat in dit kaartspel de boer als troef hoger is dan de koning.

Met zijn bezoek aan Oudkarspel markeerde de Koning de start van de Oranje Fonds Collecte 2017 waaraan in totaal ruim 1.200 organisaties in 340 gemeenten meededen. De helft van het bedrag dat wordt opgehaald is voor de eigen organisatie; de andere helft wordt door het Oranje Fonds besteed aan sociale initiatieven in dezelfde provincie.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

7 juni: Natuurlijke elektriciteitscentrales

Planten zijn in feite kleine natuurlijke elektriciteitscentrales. Het organisch materiaal dat ze produceren wordt voor een deel uitgescheiden via de wortels. Bacteriën breken dit af en daarbij komen elektronen vrij. Wageningen University ontwikkelde een technologie waarmee deze elektronen gebruikt kunnen worden als elektriciteit. Marjolein Helder promoveerde in Wageningen op energieopwekking uit planten en richtte na haar promotie Plant-e op. Dit bedrijf ontwikkelt producten waarbij levende planten elektriciteit leveren. De technologie maakt het in principe mogelijk elektriciteit te produceren op praktisch elke locatie waar planten kunnen groeien en waar water aanwezig is.

Hare Majesteit Koningin Máxima bracht op 7 juni een werkbezoek aan Plant-e. Zij sprak met medewerkers over de toepassingsmogelijkheden van deze technologie en kreeg een rondleiding. Concrete toepassingen waarmee inmiddels geëxperimenteerd wordt, zijn een verkeerstelsysteem bij Kockengen aangedreven door bermplanten en een ‘living light’ dat gaat branden als je de bladeren aanraakt. “De Koningin was heel enthousiast”, aldus Marjolein Helder, die de Koningin eerder ontmoette tijdens het World Economic Forum in Davos. “We hebben elkaar daar gesproken en de Koningin was uitermate geïnteresseerd in het bedrijf. Dus toen hebben we haar uitgenodigd om een keer te komen kijken. We hebben echt een ontzettend leuke ochtend gehad.”

Een van de producten van Plant-e is een doe-het-zelfpakket. Hiermee kunnen mensen hun eigen plantbatterijen bouwen om zo zelf te experimenteren met de technologie.
 

  • Beeld: ©ANP

8 juni: Van crossbrommer naar klepelmaaier

Telescoopladers, verreikers, klepelmaaiers en balengrijpers: TOBROCO Machines in Oisterwijk ontwerpt en produceert ze allemaal. Sinds de oprichting van het bedrijf in 1996 rolden er meer dan 15.000 machines voor de agrarische sector, de (wegen)bouw en het terreinonderhoud uit de productiehal. Ze vinden hun weg naar veertig landen. Het creatieve en innovatieve ondernemerschap van TOBROCO werd beloond met de Koning Willem I Prijs 2016 in de categorie midden- en kleinbedrijf. Hare Majesteit Koningin Máxima is erevoorzitter van de Koning Willem I Stichting en ging op 8 juni in Oisterwijk op werkbezoek. Zij kreeg een rondleiding door het bedrijf en bekeek onder meer het volautomatisch magazijn en het ontwikkelingscentrum waarin prototypes worden gebouwd en getest.

Toine Brock, eigenaar van TOBROCO, groeide op in een boerengezin in het Noord-Brabantse Haaren en begon met het smeden van sierhekwerk in een lege varkensstal van zijn vader. “Ik heb vroeger veel met technisch lego gespeeld en met crossbrommers en crossauto’s. Ik wist al van jongs af aan dat ik de techniek in wilde en nu heb ik daar mijn professionele beroep van gemaakt. We hadden in het crisisjaar 2010 even een dip, maar daarna zijn we alleen nog maar gegroeid. We luisteren en denken mee met de klant, dat is onze kracht. Massaproductie is bij ons niet aan de orde. In totaal maken we nu 38 verschillende modellen en die kunnen allemaal aangepast worden aan de wensen van de klant.”
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

8 juni: ‘Don't fight the Dutch, imitate them’

Het was in juni 1667 een gewaagde actie van de Nederlandse vloot onder bevel van luitenant-admiraal Michiel de Ruyter. De Nederlanders voeren de Theems op tot Gravesend en zeilden daarna de Medway op tot in Chatham, de belangrijkste Engelse marinebasis. Daar brachten ze dertien schepen tot zinken. De HMS Royal Charles, het vlaggenschip van de Engelse vloot, werd geënterd en meegesleept naar Hellevoetsluis. Het was een groot verlies voor de Engelse marine en leidde tot een snel einde van de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog.

Op 8 juni werd de Slag op de Medway in Chatham herdacht. Zijne Hoogheid Prins Maurits van OranjeNassau, van Vollenhoven woonde de herdenking bij. Als adjudant in buitengewone dienst van Zijne Majesteit de Koning nam hij de vlootschouw af van de Nederlandse vloot, bestaande uit veertig schepen. Ook onthulde hij een plaquette op de historische scheepswerf van Chatham met als thema ‘From Fire to Friendship’. “We komen nu met goede bedoelingen”, aldus de Prins.
 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Hollandse Hoogte

De Britse First Sea Lord, sir Philip Jones, zag de Tocht naar Chatham weliswaar als een gevoelige nederlaag, maar ook als een ‘wake-up call’ voor de Engelse zeestrijdkrachten. “Zoals onze koning Charles II destijds zei: ‘Don’t fight the Dutch, imitate them’. Dit leidde tot een wederopbouw en twee eeuwen Britse dominantie op de wereldzeeën.” De hoogste Engelse marineman roemde de samenwerking tussen beide landen. “We zijn standvastige bondgenoten en moeten die band bestendigen, los van welke vorm van Brexit dan ook.”
 

  • Beeld: ©M. Koreman

11 en 12 juni: SOS Kinderdorpen in Libanon

Het kleine Libanon herbergt ongeveer een miljoen vluchtelingen, onder wie veel mensen die het geweld in Syrië zijn ontvlucht. Onder hen zijn veel kinderen. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet bracht 11 en 12 juni een werkbezoek aan SOS Kinderdorpen in Libanon. Zij bezocht projecten voor kindvluchtelingen samen met Jan Smit, ambassadeur van SOS Kinderdorpen. In de Beqaa vallei bezochten zij de zogenoemde informal settlements. Veel mensen die daar verblijven zijn al vele jaren geleden gevlucht en zijn alles kwijtgeraakt. Ook gingen zij kijken in het Interim Care Centre in Konshara waar alleenreizende kinderen worden opgevangen. Daar ontmoetten zij de negenjarige Hiba uit Aleppo in Syrië. Zij liet de Prinses en Jan Smit het kamertje zien dat ze deelt met haar zus en vertelde over wat haar familie is overkomen. “Er vielen twee bommen op het huis. Mijn vader is dood. Iedereen is dood. Alleen wij zijn over.” Hiba’s grootste wens is om dokter te worden en dan terug te gaan naar Syrië om de mensen daar te helpen.

Prinses Margriet steunt het werk van SOS Kinderdorpen als beschermvrouwe. “SOS Kinderdorpen biedt in het Care Centre ook psychosociale en medische zorg aan de kinderen. Zonder dat zou ik niet weten wat er van ze terecht moet komen”, aldus de Prinses. SOS Kinderdorpen is actief in 134 landen. Kenmerkend is de aandacht voor de gehele omgeving waarin een kind opgroeit. Doel is om gezinnen zo zelfredzaam mogelijk te maken.
 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©M. Koreman
  • Beeld: ©ANP

13 juni: Lichtjaren vooruit op de fiets

Samen leggen Nederlanders elk jaar 15 miljard kilometer op de fiets af. Dat is 375 duizend keer de omtrek van de aarde. Nederland geldt als een fietsland bij uitstek: 84 procent van de Nederlanders heeft een fiets. Dat trekt internationaal steeds meer de aandacht nu het belang van duurzaam en efficiënt vervoer in dichtbevolkte gebieden steeds scherper wordt gezien.

In juni organiseerden Arnhem en Nijmegen samen met de European Cyclists’ Federation en de provincie Gelderland een groot internationaal congres over de groeiende betekenis van de fiets. Circa 1.500 professionals ontmoetten elkaar om de laatste fietsinnovaties te bespreken en meer te leren over hoe steden en regio’s fietsvriendelijk ingericht kunnen worden. Zijne Majesteit Koning WillemAlexander opende Velo-city 2017 op 13 juni. Hij probeerde het RijnWaalpad uit, een snelfietspad van 17 kilometer tussen Nijmegen en Arnhem.

De Amerikaanse planoloog Kevin Krezik bestudeerde drie jaar lang het Nederlandse fietsgedrag en presenteerde tijdens het congres zijn bevindingen. “Ik wist dat fietsen in Nederland bijzonder is. Maar wat ik totaal heb onderschat, is hoe diep het gaat, hoe zeer fietsen in Nederland is verbonden met alle aspecten van het leven. Nederland is lichtjaren vooruit. Er zijn meer dichtbevolkte gebieden in de wereld, maar fietsen hier is een cultuur. Dat kun je niet zomaar exporteren. In andere landen nemen mensen de fiets omdat ze geen auto kunnen betalen. In Nederland nemen mensen de fiets als beste oplossing.”
 

  • Beeld: ©ANP

13 juni: Wereldspeler in rozenstammen

Rond 80 procent van de wereldproductie van rozenstammen wordt gekweekt in Noordoost-Groningen. De bloei van deze bedrijfstak stamt van voor de oorlog, toen de groenteteelt in Groningen steeds minder opbracht en telers overstapten op een nieuw product. Jaarlijks vinden vanuit het gebied tussen Winschoten en Veendam 70 miljoen onderstammen hun weg over de hele wereld. In 1967 werd een rosarium aangelegd als showroom van de regionale rozenkwekers. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan daarvan ging Hare Majesteit Koningin Máxima op 13 juni naar Winschoten. Zij doopte een door Marco Braun van Belle Epoque Rozenkwekerij veredelde nieuwe roos tot ‘Koningin Máximaroos’. Frans Neuman, directielid van Belle Epoque, vertelde de Koningin dat de oranje Máxima-roos uitstekend te combineren is met de roos Alexander.

De Koningin bezocht ook het rozensymposium, waar telers, hoveniers en rozenliefhebbers de actuele ontwikkelingen in de sector bespraken. Daarna had zij een ontmoeting met telers, exporteurs, bodemdeskundigen en bestuurders, waarin werd doorgepraat over ontwikkelingen in de handel en export. Nederlandse telers van onderstammen hebben steeds meer te duchten van concurrentie uit onder meer Oost-Europa.

Wethouder Ricky van den Aker van de gemeente Oldambt: “We hebben haar specifiek uitgenodigd en het is schitterend dat zij naar Winschoten komt. Een goede gelegenheid om het economisch belang van de rozenteelt voor deze regio te onderstrepen.”
 

  • Beeld: ©ANP

14 juni: Zilveren Anjers

De Japanse prentkunst, de kaatssport en de meteorologie. Deze uiteenlopende onderwerpen kwamen op 14 juni samen in het Koninklijk Paleis Amsterdam. Het zijn de passies van de drie winnaars van de Zilveren Anjers 2017. De Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Cultuurfonds is een eerbetoon aan mensen die zich onbetaald inzetten voor de cultuur of natuur en wordt sinds 2005 uitgereikt door Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix.

Elise Wessels-van Houdt werd onderscheiden voor haar rol als mecenas voor de kunsten. Zij bezit een indrukwekkende verzameling Japanse prenten, die te zien is in haar privémuseum in Amsterdam en op termijn in het Rijksmuseum, waaraan ze geschonken zullen worden.
Ook Pieter Breuker ontving een Zilveren Anjer. Hij is expert op het gebied van de kaatssport en was een van de eersten die de sporthistorie een podium gaf voor een breed publiek.
Jan Buisman kreeg een Zilveren Anjer voor zijn publicaties over het weer in Nederland. Van jongs af aan brengt hij nauwgezet in kaart hoe het weer het dagelijks leven en het verloop van historische gebeurtenissen beïnvloedt. “Ik kwam op het idee om samen te vatten hoe het weer in een bepaald jaar was. Toen dacht ik: ik ga het voor vorig jaar ook doen, en zo terug. En dat heb ik gedaan tot ik bij Karel de Grote was.” De Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie schreef over hem: “Ik raad iedereen aan Nederlands te leren, om het werk van Buisman te kunnen lezen.”
 

  • Beeld: ©ANP

15 juni: Krimp biedt ook kansen

Honderdtwintig wetenschappers, bestuurders en ervaringsdeskundigen kwamen op 15 juni naar het Koninklijk Paleis Amsterdam om met elkaar van gedachten te wisselen over een onderwerp dat het leven van veel mensen raakt: bevolkingsdaling. In de gemeenten waar dit speelt, zien bewoners jongeren wegtrekken en voorzieningen uit hun dorp verdwijnen. Tijdens het Paleissymposium (georganiseerd door de Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam waarin de gemeente Amsterdam, het Koninklijk Huis en de Rijksoverheid samenwerken) ging het om de vraag wat dit betekent voor de lokale gemeenschap en welke initiatieven er mogelijk zijn om een gebied aantrekkelijk te houden. Hunne Majesteiten Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima waren gastheer en –vrouw. Ook Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix was aanwezig.

Onder de deelnemers waren veel mensen die de Koning en Koningin eerder hadden ontmoet tijdens werk- en streekbezoeken. Mensen als Sydo de Jong, locatiedirecteur van een school in het Friese Sint Annaparochie, die zich sterk maakt om leerlingen op te leiden voor de regionale arbeidsmarkt zodat ze een toekomt kunnen opbouwen in hun eigen streek.

Inleider van het symposium was de Britse professor Mark Shucksmith die internationale voorbeelden gaf van krimpgebieden die van hun zwakheid hun kracht hadden gemaakt. “Ook plattelandsgebieden kunnen floreren als ze gebruik maken van hun culturele en natuurlijke erfgoed en van de initiatieven van de bevolking.”
 

  • Beeld: ©ANP

20-23 juni: Grazie mille

Circa vijfentwintig programmaonderdelen telde het Staatsbezoek dat Zijne Majesteit Koning WillemAlexander en Hare Majesteit Koningin Máxima van 20 tot en met 23 juni brachten aan Italië. Het was een intensief bezoek met aandacht voor cultuur, sport en handel, maar ook voor nijpende kwesties als het migratievraagstuk en de strijd tegen internationale criminaliteit. Tijdens het Staatsbanket in het Palazzo del Quirinale in Rome, dat President Mattarella de eerste avond aanbood, ging de Koning hier expliciet op in. “Wij bundelen onze krachten in het Middellandse Zeegebied bij het redden van mensen, de aanpak van mensensmokkelaars en het voorkomen van illegale migratie die ten koste gaat van hen die vluchten voor geweld en onderdrukking. Uw land speelt in de aanpak van dit complexe vraagstuk een cruciale rol. Italië verdient ons respect, ja onze bewondering voor zijn reactie op de tragedie die zich aan zijn kusten heeft voltrokken en nog steeds voltrekt. Dankzij de inzet van Italiaanse mannen en vrouwen zijn heel veel mensen gered. Tegen al die Italianen zeg ik: grazie mille!”

De volgende dag reisden de Koning en Koningin naar Palermo op Sicilië om met bestuurders, hulpverleners, vrijwilligers en migranten te praten over de impact van de grootschalige migratie. In drie jaar tijd kwamen op het eiland een half miljoen migranten aan en dat trok een zware wissel op de opvangcapaciteit. Op het hoofdbureau van politie werd de samenwerking tussen Nederland en Italië bij de bestrijding van mensenhandel besproken.
 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Hollandse Hoogte

Op 22 juni ging het Koningspaar naar Milaan, een van de belangrijkste economische centra van Italië en een stad met een wereldberoemde designtraditie. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is Italië de vijfde afzetmarkt wereldwijd. Een groot aantal Nederlandse ondernemers nam dan ook deel aan de economische missie tijdens het Staatsbezoek, onder leiding van minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Het Koningspaar maakte ook nader kennis met de Italiaanse eetcultuur. Ze bezochten met een aantal leden van de economische missie de culinaire conceptstore Eataly. Daar maakten zij een ‘show cooking class’ mee van een Nederlandse en Italiaanse chef-kok, die werken met producten uit eigen land.

De laatste dag van het Staatsbezoek stond in het teken van design. De Koning en Koningin bezochten onder meer de galerie van Rossana Orlandi, een Italiaanse talentscout met oog voor Dutch design. Zij heeft in de loop der jaren een flink aantal Nederlandse vormgevers naar Milaan gebracht en werkt regelmatig samen met onder anderen Piet Hein Eek, Floris Wubben en Maarten Baas.

Als dank voor de genoten gastvrijheid boden de Koning en Koningin op de avond van 21 juni aan president Mattarella een concert aan. Deze contraprestatie werd verzorgd door violiste Janine Jansen.
 

  • Beeld: ©ANP

22 juni: Heilige Stoel

Op uitnodiging van Zijne Heiligheid Paus Franciscus brachten Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima op 22 juni een Staatsbezoek aan de Heilige Stoel. Paus Franciscus vertegenwoordigt 1,2 miljard mensen die zich verbonden voelen met de katholieke kerk. Het was het eerste Staatsbezoek van een Nederlands staatshoofd aan Vaticaanstad. Koningin Beatrix bracht in 1985 nog een ‘officieel bezoek’ aan Paus Johannes Paulus II.

Het gesprek tussen de Paus en het Koningspaar ging onder meer over actuele thema’s als migratie, klimaatverandering en armoedebestrijding en duurde meer dan twee keer zo lang als gepland. De Koning en Koningin brachten voor de Paus een groot boeket tulpen mee in de pauselijke kleuren geel en wit en tulpenbollen om te planten in de tuinen van het Vaticaan. “Ze zijn niet alleen goed met Pasen”, zei de Koning.
 

Na de ontmoeting met de Paus kreeg de Koning een aan Willem van Oranje toegeschreven bevelhebbersstaf overhandigd afkomstig uit een Catalaans Jezuïetenconvent. De katholieke Spanjaarden bemachtigden deze bevelhebbersstaf bij de slag op de Mookerheide in hun strijd tegen de protestantse Nederlandse opstandelingen.

Vlak bij Vaticaanstad bezocht het Koninklijk Paar de bijna negenhonderd jaar oude Friezenkerk. Hier komen al sinds de Middeleeuwen pelgrims uit de Lage Landen bijeen. Bisschop Hurkmans, die hier wekelijks een Nederlandse mis opdraagt, ontving de Koning en Koningin. “Dit is de grond die Nederland en Rome al eeuwen met elkaar verbindt”, zei hij.
 

  • Beeld: ©ANP

23 juni: De luchten van Willink in Museum MORE

In 2017 kreeg Kasteel Ruurlo in de Achterhoek een nieuwe bestemming als onderdeel van Museum MORE voor modern realisme. De museumruimtes in het kasteel bieden onderdak aan een indrukwekkende collectie werken van Carel Willink (1900-1983) die in het bezit is van verzamelaars Hans en Monique Melchers. Zij openden in 2015 in Gorssel al een eerste museumlocatie; twee jaar later kwam Ruurlo daar bij. De opening werd op 23 juni verricht door prof. mr. Pieter van Vollenhoven.

Hans Melchers: “Willink vind ik interessant. Die luchten ook. Ik ben zelf amateur-meteoroloog, ik heb als jongen nog gewerkt voor Jan Pelleboer. Ja, die luchten, die zie je ook veel hier in de Achterhoek. Donker, dreigend. Prachtig.”

Melchers hoopt dat de vestiging van het museum een positieve bijdrage zal leveren aan de omzet van het lokale bedrijfsleven. “Het is natuurlijk wel leuk om de economie hier een push te geven. In Gorssel is dat supergoed gelukt.” De start was veelbelovend; binnen twee weken verwelkomde Museum MORE in Kasteel Ruurlo al tienduizend bezoekers.

Kasteel Ruurlo en het omliggende landschapspark werden in het kader van de herbestemming volledig gerestaureerd. Het kasteel kreeg onder meer een glazen toegangsbrug, ontworpen door architect Hans van Heeswijk.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

24 juni: Missies om nooit te vergeten

Veteranendag is een jaarlijks eerbetoon aan de ruim 115.000 Nederlandse veteranen - van de Tweede Wereldoorlog tot en met de missie in Mali - die zich hebben ingezet in dienst van de vrede. Veteranendag 2017 vond plaats op 24 juni. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander was erbij.

Tijdens het ochtendprogramma in de Ridderzaal stonden bijzondere verhalen van veteranen centraal, waaronder dat van de eerste vrouwelijke operationele F-16 piloot ter wereld: Manja Blok. Ze speelde een sleutelrol in de NAVO-missie in voormalig Joegoslavië in de jaren negentig, als uitvoerder van het bombardementenoffensief. “Op 11 juli 1995 stond ik gepland voor een missie. De situatie in Srebrenica was toen bijna onhoudbaar en het luchtruim boven Bosnië was al enige tijd gesloten. We vlogen vooral boven de Adriatische zee, wachtend op toestemming om tóch het luchtruim te betreden en de enclave te helpen vanuit de lucht. Toen we, na een hele hoop vertraging, eindelijk die toestemming kregen, was ik toevallig een van de twee piloten die de lucht in gingen. Ik had contact met Nederlandse commando’s die op de grond in de knel zaten. Ze klonken rustig over de radio, maar zij werden beschoten. Wij waren tot dat moment met de handen op de rug gebonden geweest, nu kregen we eindelijk toestemming om iets te doen.”

In de middag nam de Koning het defilé af op de Kneuterdijk waaraan ruim honderd detachementen deelnamen.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

26 juni: Slechtziendheid voorkomen en behandelen

Slechtziende en blinde mensen ondervinden in hun dagelijks leven tal van praktische problemen. Ongeveer zeventig procent van alle blindheid en slechtziendheid is te voorkomen of te behandelen. Wetenschappers werken voortdurend aan nieuwe methoden om de behandeling en revalidatie van slechtziende mensen te verbeteren. Hoe meer zij hun onderzoekservaringen bundelen en kennis uitwisselen, hoe groter de kans dat er stappen vooruit kunnen worden gezet.

Met dit doel wordt iedere drie jaar het congres Vision georganiseerd. De twaalfde editie van Vision vond plaats in Den Haag en werd op 26 juni geopend door Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet. Zij is beschermvrouwe van VISION 2020 Netherlands, een onderdeel van een initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie om vermijdbare blindheid en slechtziendheid aan te pakken. Preventie is daarbij van groot belang, bijvoorbeeld door mensen bewust te maken van de gevaren van vuurwerk en laserpennen.

Aan het congres namen ruim duizend vertegenwoordigers uit meer dan veertig landen deel. Uitgangspunt van de deelnemers was dat revalidatie een recht is van blinden en slechtzienden. Prinses Margriet vroeg in haar openingstoespraak aandacht voor het terugdringen van slechtziendheid door oogscreening van risicogroepen. Zij noemde met name ouderen die haast ongemerkt steeds iets slechter gaan zien. Een simpele test kan hierover uitsluitsel geven. Met een nieuwe bril of een staaroperatie kan het gezichtsvermogen dan zoveel mogelijk op peil worden gehouden.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

Communicatie Koninklijk Huis

Op Koningsdag 2017 lanceerde de Rijksvoorlichtingsdienst de Instagrampagina van het Koninklijk Huis. Naast YouTube, Twitter en Facebook is er nu een vierde social-mediakanaal beschikbaar voor communicatie met betrekking tot het Koninklijk Huis. Tijdens het staatsbezoek aan Portugal in oktober konden belangstellenden via Instagram-stories het programma van het Koninklijk Paar op de voet volgen. Eind december waren er ruim 100.000 Instagram-volgers, van wie het merendeel tussen de 25 en 34 jaar.

In 2017 gebruikten de Koning en Koningin Facebook en Twitter met enige regelmaat als platform om hun betrokkenheid te uiten bij verdrietige of feestelijke gebeurtenissen. Nieuw was een persoonlijke boodschap van de Koning via een video op Facebook. Mensen die – net als hij – op 27 april een kroonjaar vierden, kregen de uitnodiging zich aan te melden voor een feestelijk diner in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Het begin van dit diner was live op Facebook te volgen.

De traditionele communicatiemiddelen werden eveneens actief gebruikt: zo werden ruim driehonderd persberichten uitgebracht over activiteiten van leden van het Koninklijk Huis. Het Koninklijk Paar sprak tijdens staatsbezoeken diverse malen met meereizende journalisten en in Lech en op De Kaag vonden fotosessies plaats.

 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

29 juni: Polderproduct

Noordoost Flevoland is grotendeels door mensen gemaakt. Op de voormalige eilanden Urk en Schokland na, bestaat het uit ‘nieuw land’ dat door inpoldering is gecreëerd. Het gebied werd ingericht volgens de naoorlogse idealen van de Wederopbouw, met rechte heldere lijnen en veel groen. De mensen die er kwamen wonen vonden er ruimte en (vaak voor het eerst) een eigen eengezinswoning. De streek blinkt uit in agrarisch ondernemerschap. Urk heeft een vooraanstaande positie als vissersplaats. Toch kent de streek ook uitdagingen: na een halve eeuw zijn sommige dorpen en woonkernen toe aan een kwaliteitsimpuls die de levendigheid van toen terugbrengt.

Op 29 juni brachten Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima een streekbezoek aan Noordoost-Flevoland. Zij begonnen op Urk, waar ze langs de kade door een groot aantal inwoners werden begroet. In het Maritiem Onderwijscentrum hoorden ze meer over de ontwikkeling van Urk als kenniscentrum voor de maritieme sector. Ze gingen kijken in de lokalen waar les wordt gegeven in boeten van netten, visverwerking en onderhoud van scheepsmotoren, en praatten daar met docenten en studenten. Student Lucas de Boer (van UK 112) vertelde dat het familiebedrijf er net een rondviskotter had bijgekocht, naast de twee Urker flyshooters van de rederij. Ook ontmoetten ze vissers en maritiem ondernemers die nauw met de school samenwerken en onder meer stages aanbieden.
 

Vlak boven Urk ligt het windpark Noordoostpolder, een ‘polderproduct’, geworteld in het lokaal initiatief van een groep agrariërs met steun van de gemeente. In plaats van windmolens verspreid door het landschap, kozen zij voor concentratie van molens langs de dijk van het IJsselmeer. De Koning en Koningin spraken met initiatiefnemers en partners van het project en met een vertegenwoordiger van comité Urk Briest dat de molens beschouwt als een inbreuk op het aanzicht van het dorp.

Vervolgens bezocht het Koningspaar Nagele. Dit dorp is een toonbeeld van het idee van de maakbare samenleving dat in de jaren vijftig door veel architecten werd omarmd. Idealen als gelijkwaardigheid, sociale samenhang en de menselijke maat komen tot uiting in de architectuur en de inrichting van het dorp, met platte daken en veel groen. De Koning en Koningin maakten een uitgebreide wandeling en werden onderweg door bewoners bijgepraat over de herontwikkeling van dit bijzondere dorp.

In Dronten ging het Koningspaar naar Staay Food Group. Dit agrarische bedrijf behoort tot de pioniers op het gebied van verticale teelt, waarbij binnen afgesloten ruimten in zeven lagen onder elkaar sla wordt geteeld onder ledverlichting. Dat scheelt fors in het water- en energiegebruik. In het bedrijf werken veel werknemers van Poolse afkomst. De Koning en Koningin spraken met een aantal van hen over hun ervaringen in Nederland. Het streekbezoek werd afgesloten in de Meerpaal, het kloppende culturele en sociale hart van Dronten.