Korte verklaring van Zijne Majesteit de Koning na de nabestaandenbijeenkomst in Nieuwegein, 21 juli 2014

Vanmiddag kwam een grote groep nabestaanden bij elkaar van de slachtoffers van de vliegramp in het oosten van Oekraïne. Mijn vrouw en ik waren daarbij. Wij zijn diep geraakt door de schrijnende, persoonlijke verhalen van mensen die dierbaren hebben
verloren. Mensen wier leven in scherven ligt. Hun verdriet, hun onmacht en hun wanhoop snijden ons door de ziel. Veel mensen zeiden ons: "Wij willen tenminste waardig afscheid kunnen nemen van onze dierbaren."

We begrijpen hun frustratie en hun gekwetstheid. En we delen hun innige wens dat er klaarheid komt over de oorzaak van deze ramp.

We weten dat hun verlies niet meer goed te maken is. Het verdriet is immens. Het enige dat wij vandaag konden doen, is bij hen zijn en luisteren naar hun verhaal.

De afgelopen dagen zijn overal in het land mensen bij elkaar gekomen. Ook in de komende tijd zal dat gebeuren. In bedrijven. Op scholen. Bij sportverenigingen. En in
huiskamers overal in Nederland. Mensen laten elkaar niet los.
Dat is vooral van belang in deze dagen, nu ons land zo op de proef wordt gesteld en zoveel landgenoten overweldigd zijn door verdriet. Dat wij elkaar vasthouden. Dat wij
elkaar steunen en opvangen waar mogelijk. En dat we ons hart openstellen voor iedereen die zijn of haar verhaal wil delen. Nu, maar ook in de maanden en jaren die volgen.

Ik wil graag mijn waardering uitspreken voor al die mensen die zich bekommeren om de
getroffenen. Familie, vrienden, buren, collega's, clubgenoten. U bent zo nodig nu!

Ik wil ook mijn waardering uiten voor de honderden professionals die ondersteunen bij de vele droevige en moeilijke taken die moeten worden verricht.

Mijn vrouw en ik leven mee met alle getroffenen die in rouw zijn gedompeld. In gedachten zijn we bij hen. Dat geldt evenzeer voor mijn moeder en de overige leden van mijn
familie die zich in deze donkere dagen extra nauw met het land verbonden
voelen.
Deze vreselijke ramp heeft een diepe wond geslagen in onze samenleving. Het litteken zal
zichtbaar en voelbaar blijven. Tot in lengte van jaren.
In diepste nood komt het aan op innerlijke kracht, compassie en onderlinge verbondenheid. Het zijn die eigenschappen waar ons land op cruciale momenten over blijkt te beschikken.

Brief statement by His Majesty the King after the gathering of next of kin of the air disaster victims on Monday, 21 July 2014, Nieuwegein

Today a large gathering took place of families of the victims of the air disaster in eastern Ukraine. My wife and I were among those present. We were deeply touched by the moving, personal accounts of those who have lost loved ones. People whose lives are in ruins. Their sorrow, their feeling of powerlessness and their despair are heartrending. Many people said to us, 'We at least want to take dignified leave of our loved ones'.

We understand their frustration and their pain. And we share their heartfelt wish for clarity on the cause of this disaster.

We know that their loss can never be made good. Their grief is immense. The only thing we could do today was to be with them, and listen to what they had to say.

In the last few days, people have gathered together all over the Netherlands, and they will go on doing so. In offices, schools, sports clubs and living rooms across the country. People are there for one another.

And that is especially important now, at a time of great trial for our country, when so many people are overwhelmed by grief. It is important that we hold onto one another, that we support each other and do what we can to help. And that we open our hearts to anyone who wants to share their story. Not only now, but also in the months and years to come.

I would like to express my appreciation for all the people who are rallying around those affected by the disaster. Relatives, friends, neighbours and colleagues: you are all very much needed now.
I would also like to say how much I value the work being done by the hundreds of professionals involved in carrying out the many sad and difficult tasks that need to be done.

My wife and I sympathise deeply with all those who have been bereaved. We are with them in our thoughts. These sentiments are shared by my mother and by the other members of my family, who feel a particularly close bond with our country in these dark days.