Toespraak van Koning Willem-Alexander bij de lunch rond het thema ‘groene waterstof’, aangeboden door minister-president Hendrik Wüst van Noordrijn-Westfalen, Gladbeck, Duitsland

De toespraak is uitgesproken in het Duits.


Meneer de minister-president,

Dank u wel voor uw gastvrijheid hier in Gladbeck en voor uw hartelijke woorden. Iets meer dan een jaar geleden was u bij mij te gast op Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Ik herinner me dat goed. We spraken toen over de speciale band tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland. Gisteren was u opnieuw in Nederland. En vandaag zijn wij bij ú. 

Concreet gaat het vandaag om groene waterstof. Maar wij weten allemaal dat er veel méér op het spel staat. Het gaat om de toekomst van de industrie in Noordwest-Europa. Om de kracht van onze positie in een onvoorspelbare wereld. Het gaat om welvaart en welzijn. En om een gezonde en veilige leefomgeving voor ons en onze kinderen.

Deze belangen gaan dwars over onze grenzen heen. Ik wil u, meneer de minister-president, en alle vertegenwoordigers van overheden, bedrijven en organisaties in Noordrijn-Westfalen graag bedanken voor uw partnerschap.

We kennen de ambitie van Noordrijn-Westfalen om de eerste klimaatneutrale industriële regio van Europa te worden. We kennen ook uw verlangen om de verbindingen met Nederland te versterken. U kijkt westwaarts. Wij kijken oostwaarts. Samen maken we deze duurzame omslag mogelijk!

Waterstof is hierbij een van onze belangrijkste troeven. U bereidt zich voor op de noodzakelijke importen. Naar verwachting gaat het om 90 procent van de benodigde waterstof. Een grote opgave. Maar het kan! Als we samenwerken.

Die samenwerking is gebouwd op drie pijlers.

In de eerste plaats: infrastructuur. We moeten zo snel mogelijk een grensoverschrijdende infrastructuur voor transport en opslag realiseren. Nederland is een van de eerste landen die zijn infrastructuur op orde zal hebben, en ook Duitsland werkt aan een nationaal waterstofnetwerk. 

Maar willen we samen écht het verschil maken, dan moeten we werk maken van de aansluitingen tussen onze beide landen. 

Wij zijn heel blij dat ook ú de urgentie hiervan inziet en dat we samen optrekken om de hoofdnetwerken met elkaar te verbinden. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Ik hoop dat rond mijn zestigste verjaardag - in april 2027 – de eerste interconnecties tussen Duitsland en Nederland gerealiseerd zullen zijn. Misschien iets om dan samen te vieren? Het is maar een stille hint…

Het gaat overigens niet alleen om de ‘backbone’, maar ook om de specifieke connecties tussen partners in de waterstofketen. Een heel mooi voorbeeld is de haven van Duisburg. Duisburg gaat zich aansluiten bij het initiatief van Amsterdam en Bilbao om een Europese waterstofcorridor te vormen. Zo ontstaat een vloeiende verbinding Spanje - Nederland – Duitsland.

Infrastructuur is cruciaal. Maar er is meer nodig.

In de tweede plaats: marktontwikkeling. Groene waterstof moet ook economisch een aantrekkelijk perspectief bieden. Het moet concurrerend zijn. En veilig. Bedrijven moeten de zekerheid hebben dat hun investeringen ook lonen. Producenten moeten weten dat er voldoende vraag is. En afnemers dat er voldoende aanbod is. 

Als we ons iets niet kunnen veroorloven, dan is het een langdurig ‘Henne-Ei-Problem’! De tijd dringt. Over zeven jaar moet 42 procent van de waterstof die de industrie gebruikt groen zijn. En we staan pas helemaal aan het begin.

Hier ligt werk voor overheden om te zorgen voor heldere regels, standaarden en financiële prikkels. Maar ook private partijen hebben een verantwoordelijkheid. Ondernemen betekent immers ook: inspelen op noodzakelijke vernieuwingen. Vooruit kijken ook voorbij de aandelenkoersen van vandaag en morgen. Risico’s nemen.

Ik heb gesproken over een infrastructuur die ons verbindt. En over een goed functionerende markt. 

Maar er is nóg een pijler nodig onder onze samenwerking. 

In de derde plaats: kennis en vaardigheden. Elke euro die we investeren in R&D moeten we maximaal laten renderen. Samen kunnen we de waterstofrevolutie versnellen als we zorgen dat onze onderzoeksinspanningen zoveel mogelijk in elkaar grijpen. 

En daarbij verdienen de mensen die het moeten uitvoeren speciale aandacht. De vaklieden, de installateurs, lassers, monteurs en al die anderen. Zonder goed opgeleide mensen is alles tevergeefs. Niet alleen aan jonge mensen, maar aan iedereen die daarvoor openstaat, een leven lang.

Ik weet dat de industrie in Noordrijn-Westfalen veel werk verzet om vaklieden voor de transitie op te leiden. U geeft daarmee het goede voorbeeld!

Dames en heren, we staan op de drempel van een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin we de industrie in Noordwest-Europa een nieuwe, duurzame basis geven. 

Dat is een gigantische opgave, maar ik ben ervan overtuigd dat we het samen kunnen: Noordrijn-Westfalen, Nederland en al onze partners in Europa en daarbuiten.

Heel veel succes toegewenst. Wij houden contact!