Toespraak van Koning Willem-Alexander bij uitreiking Erasmusprijs in Koninklijk Paleis Amsterdam

De toespraak is uitgesproken in het Engels.

Dames en heren,

Hartelijk welkom in het Koninklijk Paleis Amsterdam. Fantastisch dat u er bent op deze bijzondere dag. We vieren vandaag 65 jaar Erasmusprijs én we bekronen de jongste laureaat ooit. 

Een laureaat die over de hele wereld volle zalen trekt. Ik begreep van de directeur, mevrouw Van Dam, dat we vandaag de Burgerzaal vier keer hadden kunnen vullen. U behoort tot de uitverkorenen.

65 jaar Erasmusprijs. Ik heb er vele dierbare herinneringen aan. Het zal u misschien verrassen, maar ik denk dat ik de enige ben in dit hele gezelschap die ooit bij een Erasmusprijswinnaar op schoot heeft gezeten.

Meneer Noah, ik kan u verzekeren dat het geen traditie is om bij prijswinnaars op schoot te zitten.

U wilt nu ongetwijfeld ook graag weten wie het was...

Dat was Charlie Chaplin. Een goede bekende van mijn grootouders, en winnaar van de Erasmusprijs in 1965.

Chaplin kreeg de prijs destijds samen met Ingmar Bergman vanwege zijn bijdrage aan de filmkunst. 
Maar hij was natuurlijk veel méér dan een begenadigd cineast; hij was vooral óók een groot humorist, een briljante grappenmaker. 
En dat verbindt hem met onze laureaat van vandaag.

Humor is een ‘tricky business’. De beste humor wordt door de omgeving niet altijd op waarde geschat, zoals elke vader met drie dochters zal beamen. 

Humor is the weapon of unarmed people”, zei Erasmusprijswinnaar Simon Wiesenthal. Maar het lijkt alsof het gebruik van dat vreedzame wapen in het publieke leven steeds gecompliceerder wordt. En steeds heftiger reacties oproept. Tot geweld aan toe. 

Maar denk het je eens in. Een wereld zónder grappen, zonder gekheid en plagerij, zonder ironie, zonder spot. Alleen maar oneindige dodelijke ernst. Alsof je levenslang opgesloten bent in de wachtkamer van de tandarts.
Onleefbaar.

Het zou van ons beslist geen betere mensen maken als ons nooit eens een lachspiegel wordt voorgehouden. 
Het is gezond om op de hak genomen te worden.
Ik spreek hier uit enige ervaring.
Dit is overigens beslist geen open uitnodiging: alles met mate!

In een tijd dat humor onder druk staat, is het een statement dat het bestuur van Stichting Praemium Erasmianum gekozen heeft voor het thema ‘Lof der Zotheid’. Een thema ontleend aan Erasmus’ bekendste en belangrijkste werk.

Erasmus vond dat overigens zelf helemaal niet. Hij schreef het als tussendoortje in een week tijd. 

In zijn briljante satire spaart Erasmus niets en niemand. Het hele menselijke leven is een spel van de Zotheid. Hoe dwazer iets is, des te meer bewonderaars het heeft.

“Wie beledigd is, heeft een slecht geweten of is een bangerik”, schreef Erasmus aan zijn vriend Thomas More.

Daarmee sloeg hij de spijker op zijn kop. Niet tegen een grap kunnen, heeft vaak te maken met angst en met onzekerheid. Het is een vorm van verkramptheid. Terwijl een lach juist bevrijdend werkt.

Onze laureaat, Trevor Noah, weet dat als geen ander. Hij is een meester van de bevrijdende lach. Hij slaagt er bovendien in om in zijn werk werelddelen, culturen en generaties met elkaar te verbinden. Een ongekende prestatie in een tijd waarin we maar al te gemakkelijk in onze eigen comfortzone en onze kring van gelijkgezinden blijven hangen. 

En bovendien weet hij over dit alles fantastisch te vertellen, véél beter dan ik. 

Ik ben er als Regent van de Stichting Praemium Erasmianum trots op dat we onze 65ste verjaardag vieren met zo’n jonge, inspirerende laureaat uit Zuid-Afrika. 

Net als u verheug ik me op wat komen gaat. Ik wens u een fantastische middag!

Dank u wel.