Toespraak door de Prins van Oranje, voorzitter van de adviesraad van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor water en sanitatie (UNSGAB) bij de opening van de 11e vergadering van UNSGAB op 17 november 2008 in Riyad

De toespraak is in het Engels gehouden.

Onze raad beschouwt het als een grote eer hier op deze prachtige plaats bijeen te mogen komen en ik wil het Koninkrijk Saudi-Arabië en het Koninklijk Huis dan ook hartelijk danken voor het feit dat zij er in geslaagd zijn onze vergadering op zo'n korte termijn mogelijk te maken.

Dit knappe staaltje van organisatorisch vernuft is des te indrukwekkender als je je realiseert dat er op dit moment behalve onze vergadering nog vier evenementen op het gebied van water plaatsvinden in Riyad. Ik heb begrepen dat er in de hele stad geen hotelbed meer te krijgen is. En wat een passende entourage biedt Riyad 's werelds waterdeskundigen door uitgerekend nu een van de natste weken die ooit zijn geregistreerd door te maken. Iedereen die ook maar iets met de riolering en afwatering van Riyad van doen heeft zal heel wat overuren hebben gedraaid.

Ik wil iedereen bedanken voor de ondersteuning om deze sessies mogelijk te maken: het secretariaat van het Arab Water Council onder het voorzitterschap van ons zeer gewaardeerde lid Dr. Abu Zeid en de Islamic Development Bank. Welkom Dr. Ahmad Mohamed Ali Al-Madani, president van de Islamic Development Bank. Fijn dat u tijd voor ons heeft kunnen vrijmaken ondanks uw drukke agenda. Ook een hartelijk welkom aan Thomas Stelzer, onder-secretaris-generaal van de Verenigde Naties. We werken steeds nauwer samen met veel afdelingen van de Verenigde Naties en ons secretariaat is aanzienlijk versterkt dankzij de afdeling van de heer Stelzer. Het betekent heel voor ons dat u hier aanwezig kunt zijn ondanks het feit dat dit de drukste periode van de VN-agenda is.

Het was ons ook een genoegen gisteravond aanwezig te mogen zijn bij de ceremonie ter gelegenheid van de Internationale Prijs voor Water van Prins Sultan Bin Abdulaziz, die wordt uitgereikt aan wetenschappers achter innovaties op het gebied van watermanagement. Mijn felicitaties aan de gelauwerden en alle lof voor Prins Sultan voor het creëren van deze kans om de inzet van waterwetenschappers op internationaal niveau in het zonnetje te zetten en te belonen.
Onze vergaderingen zijn gepland in Riyad, zodat we ons voordeel kunnen doen met het feit dat ook de ministers van de Arabische landen die verantwoordelijk zijn voor water hier bijeen zijn. Het is ons dan ook een groot genoegen hen vanmiddag te mogen ontmoeten voor een regionale dialoog. We hebben inmiddels regionale dialogen gevoerd in Afrika, Zuid- en Oost-Azië, Latijns-Amerika en in het Caribisch gebied. Uit al die dialogen zijn afspraken voortgekomen tot verbetering van de samenwerking in de toekomst. In Afrika waren we het erover eens dat de zeilen op hoog niveau moesten worden bijgezet om water- en sanitatiekwesties bovenaan de nationale en regionale agenda's te krijgen. In dat kader hebben we voorgesteld een Water- en Sanitatietop van de Afrikaanse Unie te beleggen en die heeft in juni van dit jaar plaatsgevonden. Ik heb deze top kunnen bijwonen en ben ervan overtuigd dat deze zal bijdragen aan het bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstelling voor water en sanitatie in de Afrikaanse staten.

Tijdens de gesprekken van vanmiddag zullen we ongetwijfeld heel veel leerzaams vernemen over de manier waarop Arabische landen omgaan met waterschaarste nu hun bevolking, met name in stedelijke gebieden, zo snel groeit. In deze regio hebben opmerkelijke en leerzame innovaties plaatsgevonden op het gebied van het hergebruik van water en ontzilting. Andere landen kunnen veel opsteken van de Arabische staten en er kunnen meer mogelijkheden worden gecreëerd op het gebied van technische samenwerking.

Ook willen we het graag hebben over sanitatiekwesties. Nog niet in alle Arabische staten zijn er overal voldoende veilige sanitatievoorzieningen en sommige staten liggen nog niet op schema om het MDG-sanitatiedoel te kunnen bereiken. Dat zou echter geen probleem moeten zijn, gelet op de inventiviteit, betrokkenheid en rijkdom in deze regio.

We weten het: sanitatie is geen populair onderwerp en betreft zaken uit de privésfeer die slechts met veel moeite in het openbaar aan de orde gesteld kunnen worden. Toch is dat precies wat we moeten doen. En nu, tijdens het Internationale Jaar van Sanitatie, is de tijd daarvoor gekomen. We moeten wel, want vooruitgang hangt sterk af van de politieke wil en publieksvoorlichting. In het meest recente gezamenlijke monitoringrapport van de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef wordt geraamd dat iedere dollar die in sanitatie wordt geïnvesteerd het negenvoudige oplevert aan rendement. Veilige sanitatie bevordert bovendien de gezondheid en waardigheid van de mens en die zijn van onschatbare waarde. In dit tijdsgewricht van wereldwijde financiële instabiliteit bieden sanitatietechnologie en -infrastructuur dus een van de veiligste investeringskansen! Ik zou tijdens onze sessies graag willen onderzoeken hoe veilige sanitatie in Arabische Staten met behulp van de Islamic Development Bank gefinancierd en mogelijk gemaakt kan worden. In het kader van het agendapunt van het Internationale Jaar van Sanitatie zullen we alle activiteiten die dit jaar wereldwijd hebben plaatsgevonden bespreken en bekijken hoe we het momentum daarna kunnen vasthouden.

Tijdens de Wereldtop inzake de millenniumontwikkelingsdoelen van september jongstleden in New York benadrukten veel wereldleiders de grote noodzaak van effectievere monitoring en coördinatie op dit gebied. Daarvoor werd het Global Framework for Action voorgesteld om de werkzaamheden van donoren, internationale organisaties en ontvangende landen te coördineren en te stroomlijnen. Ik heb de gedachtengang achter dit Global Framework toegejuicht en aangegeven dat UNSGAB zich over dit voorstel zal buigen. Tijdens deze bijeenkomst zullen we een sessie wijden aan dit belangrijke initiatief.

Tijdens de vergadering zullen we onze werkzaamheden ook tegen het licht houden van het Hashimoto Action Plan. Ik ben heel blij te mogen constateren dat we veel van het werk dat we ons hadden voorgenomen inderdaad hebben kunnen uitvoeren. Toch zijn er nog veel maatregelen blijven liggen en we moeten nu concrete plannen uitwerken zodat we straks allemaal precies weten wat ons te doen staat zodra we Riyad verlaten. Zo moeten we ons gaan opmaken voor het World Water Forum in Istanbul en onze samenwerking met de G8 en de Afrikaanse Unie naar een hoger plan tillen.

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar, we zijn hier om in teamverband te werken, te leren en vooruitgang te boeken. Ik vind het geweldig hier weer samen te zijn met mijn UNSGAB-vrienden en dat bovendien met zoveel hooggeachte afgevaardigden van de Arabische staten. Ik wil onze attente gastheren van het Koninkrijk Saudi-Arabië nogmaals hartelijk danken voor hun gastvrijheid en verheug me erop hier samen in Riyad flink wat meters te gaan maken.

Heel hartelijk dank.