Toespraak van Koning Willem-Alexander bij de lunch ter gelegenheid van het officiële bezoek van de president van de Republiek Oostenrijk, dr. Alexander van der Bellen, Paleis Noordeinde

De toespraak is uitgesproken in het Duits. 

Meneer de President, Mevrouw Schmidauer,

Het verheugt ons bijzonder dat U beiden onze gast bent op Paleis Noordeinde. 

Tweeëneenhalve eeuw geleden ontving een van mijn voorvaderen hier een andere eminente gast uit Oostenrijk: een piepjonge Wolfgang Amadeus Mozart. Zijn prachtige muziek heeft hier aan het hof geklonken en hij heeft in Nederland zelfs een aantal sonates en aria’s gecomponeerd. Daar zijn we nog steeds een beetje trots op.

Het is maar een klein voorbeeld van de vele historische verbindingen tussen onze landen. Uw eigen familiegeschiedenis is een ander voorbeeld, meneer de President. Tot in de 18de eeuw woonden en werkten Uw voorouders van vaderskant in Nederland. Ook daar zijn wij een beetje trots op. En U ook misschien. U vermeldt het immers in Uw officiële cv.

U bent nu bijna twee jaar president van een land dat een bijzondere positie heeft in het hart van Europa. Oostenrijk voelt zich met al zijn buren - oost, west, noord en zuid - nauw verbonden. Dat geeft U een breed perspectief op de diverse belangen die op ons continent spelen. 

De ogen van Europa en van de wereld zijn op Uw land gericht. Niet alleen als huidige voorzitter van de Europese Unie, maar ook als zetel van belangrijke VN-instellingen en van de OVSE. 

Deze organisaties zijn dragers van waarden die wij beschouwen als fundamenteel voor de betrekkingen tussen overheid en burgers, tussen mensen onderling en tussen volken. U, meneer de president, geeft persoonlijk uitdrukking aan die waarden. 

Dat doet U op indringende wijze. Vorig jaar sprak U het Europees Parlement toe en omschreef U de Europese Unie als ‘das gelungene Projekt einer offenen Gesellschaft aus Demokratie, Freiheit, Menschenrechten, Wohlstand und Verantwortung’. 

U zei ook: “Europa ist ein Kontinent des ‘UND’, und nicht des ‘ENTWEDER/ODER’”. Liefde voor de eigen Heimat en voor de eigen groep mag volgens U niet omslaan in haat en agressie tegen anderen. Wij weten immers waartoe dit in het verleden heeft geleid. 

Wie zich door het verleden laat omknellen, kan de toekomst niet omarmen. U schuwt de kritische reflectie niet en wijst op de verantwoordelijkheid van ons allen om het vaandel van vrijheid, recht en verdraagzaamheid hoog te houden. Dat is moedig in een tijd dat het erkennen van eigen verantwoordelijkheid niet overal en bij iedereen vanzelfsprekend is. 

Uw land maakt concreet werk van versterking van de internationale rechtsorde, onder meer als deelnemer aan diverse vredesoperaties samen met Nederland. Die samenwerking stellen wij zeer op prijs.

Wij prijzen ons bovendien gelukkig in Oostenrijk een nabije partner te hebben die op veel terreinen in economie en samenleving aan de top staat. Wij hebben de inbreng van Oostenrijkse ondernemers, wetenschappers en ontwerpers nodig. Alleen samen kunnen wij een solide economie met minder belasting voor het milieu zekerstellen.

Meneer de President, dit jaar vieren wij het zestigjarig bestaan van de Erasmusprijs, een prijs die ooit in het leven is geroepen door mijn grootvader. Het is een eerbetoon aan personen of instellingen die een eminente bijdrage hebben geleverd aan de geesteswetenschappen en de kunsten in Europa en daarbuiten. De allereerste Erasmusprijs in 1958 werd toegekend aan… het Oostenrijkse volk. 

U begrijpt dat wij ieder jaar weer moeten glimlachen bij de gedachte dat bij de ceremonie in principe alle oud-laureaten welkom zijn… 

De reden voor toekenning in 1958 was dat Oostenrijk zich niet heeft verloren in nostalgie naar het verleden. Het heeft zijn indrukwekkende culturele erfenis vernieuwd en geplaatst in een Europees perspectief. 

Dit Oostenrijk in het hart van Europa is ons dierbaar. Wij blijven ons met Uw karaktervolle land verbonden voelen. U bevestigt met Uw bezoek die hechte relatie en daarvoor zijn wij U dankbaar. 

Mag ik U daarom vragen het glas met mij te heffen.
Op de gezondheid van U beiden, Meneer de President en Mevrouw Schmidauer
En op de vriendschap tussen de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk der Nederlanden.