Toespraak van Koning Willem-Alexander bij de opening van het honderdste VNG Jaarcongres, Eindhoven


Dames en heren,

Toen mevrouw Dijksma mij uitnodigde voor uw 100ste jaarcongres heb ik direct uit volle overtuiging ‘ja’ gezegd. Ik ben heel blij vanmorgen te gast te mogen zijn bij deze grote bijeenkomst, nadat ik al zo vaak te gast was bij velen van u, tijdens werkbezoeken overal in het land.

Die bezoeken bestrijken een enorme diversiteit aan onderwerpen, vraagstukken en initiatieven. Ik ontmoet de meest uiteenlopende mensen. 
En toch hebben al die bezoeken één ding gemeen: ze zijn altijd ‘uit het leven gegrepen’. Steeds gaat het om belangen die mensen direct raken.

In Hoorn hadden we het over gezond opgroeien.
In Heerlen over de leefbaarheid en veiligheid in kwetsbare wijken.
In Oost Gelre over initiatiefrijke dorpen.
In Vlaardingen over polarisatie en verbinding.
In Lelystad en Súdwest-Fryslân ging het over de praktijk van de energietransitie.
In Oss over lokale journalistiek en democratie.
En in Dinkelland over grensoverschrijdende samenwerking.

En zo kan ik nog lang doorgaan.

In uw straten en buurten raken de kleine en de grote wereld elkaar. Het gaat over parkeervakken en plantsoenen. Maar net zo goed over de grote wereldpolitiek die haar schaduw werpt over úw lokale gemeenschappen. 

Migratie, klimaatverandering, internationale criminaliteit, geopolitieke spanningen en maatschappelijke onvrede; uiteindelijk landen ze alle bij u op de stoep.

In gemeenten worden abstracties concreet. 
Het gaat dan niet meer over ‘de woningnood’, ‘het stikstofprobleem’ of ‘de vergrijzing’. 
Maar over: een huis voor de familie Jansen.
Toekomstperspectief voor boer Bakker.
En: goede thuiszorg voor mevrouw De Vries.

Ik heb grote waardering voor het werk dat door u wordt verzet en voor de enorme betrokkenheid die voelbaar is bij de burgemeesters, wethouders, raadsleden en gemeenteambtenaren die ik ontmoet. U draagt uw gemeente in uw hart. Dat merk je gelijk als je met u door een wijk loopt en ziet hoe u met bewoners omgaat.

Diezelfde inwoners maken het u niet altijd gemakkelijk. In plaats van met verantwoordelijke burgers, heeft u steeds vaker te maken met dwingende consumenten. 
Er zijn ook mensen die met grove, ongeoorloofde middelen hun particuliere eisen kracht bij zetten, ten koste van het algemeen belang, de democratische besluitvorming en uw persoonlijke veiligheid. Dat heeft grote impact op u, uw gezin en uw werk. 

En toch gaat u door met het dienen van de publieke zaak. Onze publieke zaak. Zo goed als u kunt, lerend van fouten, en met optimisme en hoop. Ik heb daar veel respect voor.

Iedereen hier ziet het als een opdracht om het vertrouwen tussen burgers en hun overheid sterker te maken. Dat vertrouwen kan alleen lokaal worden teruggewonnen, in de straat, in de wijk, in dorpen en steden. Vandaaruit kan het weer worden opgebouwd richting grotere verbanden; rijksoverheid en Europese Unie. 

Voor versterking van vertrouwen is een goede samenwerking met het rijk en met de provincies essentieel. 

U moet ervan uit kunnen gaan dat wetten, regels en beleidskaders helder, consistent en uitvoerbaar zijn en dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van uw omvangrijke – en toenemende – taken.

Tegelijkertijd is het beslist niet zo dat u maar hulpeloos moet afwachten wat in Den Haag wordt besloten. Integendeel: gemeenten hebben een unieke positie om het voortouw te nemen bij het aandragen van oplossingen. 

U ként immers de praktijk. U weet wat er speelt. En: u zit heel dicht op de belangrijkste energiedragers die we hebben in ons land: initiatiefrijke burgers, ondernemers, docenten en studenten van vakcolleges en universiteiten, huisartsen, politiemensen, vrijwilligers, etc.

Daarom is het belangrijk dat u uw stem laat horen. Zonder uw stem, raakt Nederland losgezongen van de uitvoeringspraktijk. Een sterk en gezond Nederland kan simpelweg niet zonder sterke en gezonde gemeenten die meedenken over onze toekomst.
En samen gaat dat natuurlijk veel beter dan alleen. Heel goed dus dat dit 100ste VNG-jaarcongres in het teken staat van de kracht van samenwerking. Juist in verenigingsverband kun je kennis en ervaring bundelen en delen.

Dames en heren, een van de dingen die mij zijn opgevallen, is dat men in gemeenteland dol is op afkortingen. Zo functioneren er binnen uw vereniging verschillende netwerken met fascinerende namen die - op z’n Engels uitgesproken - doen denken aan popgroepen uit de jaren tachtig:

Geen UB40, U2 en B-52’s...
Maar G40, M50, R8 en P10…

Ieder netwerk verenigt leden met een min of meer gelijk profiel: middelgrote gemeenten, plattelandsgemeenten, herindelingsgemeenten, grote steden; ieder zijn eigen club. 

Om meer te horen over de wereld daarachter heb ik vorig jaar de voorzitters van die netwerken uitgenodigd op Paleis Huis ten Bosch voor een verdiepend gesprek. Een soort mini-VNG bijeenkomst bij mij thuis.
En wat me opviel, was de grote mate van eensgezindheid aan tafel. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht: er gaapt geen kloof tussen Randstad en Regio en tussen grote en kleine kernen. Daar waren alle gespreksdeelnemers het over eens.

Stad en platteland hebben elkaar nodig. Ze hebben een symbiotische relatie. De opkomst van de stad was alleen mogelijk dankzij een vitaal platteland waar voldoende voedsel werd geproduceerd.  
Alleen zó konden stedelingen zich gaan bezighouden met handel, kunsten en wetenschappen. 
De stad dankt zijn kracht aan het platteland! En vice versa!

Daarom is het goed dat u elkaar zoveel mogelijk opzoekt, ervaringen uitwisselt en elkaar verder helpt. Dit congres biedt daarvoor volop gelegenheid. Grijp die kans en geniet van twee fantastische dagen.

Ik wens u alle goeds toe in uw belangrijke werk, waaronder de organisatie van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in oktober en voor de gemeenteraden in maart volgend jaar. Heel veel succes! 
Dank u wel.