Toespraak door Prins Constantijn, 13 maart 2007

op de Haagse Europadag van De Haagse Hogeschool

Het thema van vandaag is actueel. Vijftig jaar geleden werd het verdrag van Rome getekend, dat de basis legde voor de huidige Europese Unie. Tevens loopt nu de discussie over het constitutioneel verdrag. Ik wil het noch over het verleden hebben noch over de huidige politieke discussies. Ik kijk liever vooruit in een poging een paar handvatten te geven voor U die op het punt staat in een integrerend Europa een carrière te beginnen en meer in het algemeen voor de rol die Nederland in Europa zou kunnen spelen.

Ik dank de Hogeschool voor de uitnodiging hier te spreken. Ik voel me naast Nederlander bovenal Europeaan. Europa is voor mij de werkelijkheid waarin ik leef en waarin ik werk. Daarbij biedt de EU een structuur die dit leven en werken mogelijk maakt en vereenvoudigd. Het zorgt voor een grenzeloze rechtsgemeenschap van vrijheid, veiligheid, stabiliteit en rechtvaardigheid. Daarnaast verschaft het me ook een zekere identiteit die ik vooral voel als ik buiten Europa ben.

Omdat Europa een realiteit is trek ik deze niet in twijfel. Ik houd het voor weinig zinvol of vruchtbaar om de EU en meer in het algemeen het belang van een Europees integratieproces ter discussie te stellen. De EU is een rechtsgemeenschap waaraan we gebonden zijn en die zich door de jaren heeft bewezen en die ons ondenkbaar veel heeft opgeleverd. Beschouwingen over het nut van de EU en Europese integratie als zodanig zijn ofwel erg academisch of dienen meer tot stemmingmakerij, maar in de kern helpen ze ons niet verder. De discussie is zinvoller als het gaat om de manier hoe we die EU willen vormgeven/aanpassen en nog specifieker, wat onze eigen ambities zijn die we in Europa willen uitdragen als land, maar ook als regio, gemeente, organisatie en individu. Wat willen we eigenlijk met Europa? Hoe gebruiken we op al deze niveau's de mogelijkheden die Europa biedt?

Als algemene stelregels houd ik vast dat angst geen goede raadgever is; dat je sterk bent als je vanuit je kracht redeneert en dat kennis van zaken doorslaggevend is voor je slagingskansen. Tenslotte denk ik dat het beter is om consequent een goede en constructieve speler te zijn dan een opportunistische, die steeds het maximale probeert te scoren (dit is overigens erkende theorie bij herhaalde onderhandelingsprocessen).

Ik zal kort uitweiden over het gevaar van de angst, het uitgangspunt van kracht, de noodzaak van kennis en de behoefte aan een constructieve benadering.

Als het gaat om Europa zien we vaak angst, die veelal voortkomt uit onwetendheid. Angst voor grote stromen arbeiders uit Oost-Europa, angst voor het verlies van nationale of locale identiteit, angst voor het onbekende, angst voor oprukkende mondialisering, etc. Ik denk dat als uitgangspunt het veel effectiever en zinvoller is om naar de mogelijkheden te kijken die Europa ons biedt. Hoe kan Europa voor ons een platform zijn om te concurreren in een integrerende wereldeconomie? Hoe kan een geloofwaardig Europa een duidelijke stem voor vrede, veiligheid, solidariteit en rechtvaardigheid uitdragen in de wereld? Hoe kunnen we profiteren van het grote aanbod aan werkwilliggen en goed geschoolden uit Oost-Europa en hoe kunnen we ook bijdragen aan hun succes? Hoe trekken we het beste talent aan en kunnen we ons onderscheiden als een voorloper in de kenniseconomie? Maar ook, hoe halen we het meeste uit de diversiteit en creativiteit die Europa biedt en wat bepaalt onze eigenheid en kracht?

Waarom hebben we deze angst? Wat denken we op te geven of te verliezen aan dit Europa. Is Europeanisering wel echt een bedreiging. Wat is eigenlijk typisch Nederlands, waar ligt onze eigenheid en kracht? Ik zie Nederlandse kracht in ondernemersgeest en handelszin; een open maatschappij; degelijke overheid; internationaal perspectief; pragmatisch en betrouwbaar; effectief en efficiënt; creatief talent. Deze kracht manifesteert zich in een ondernemende technologie, intensieve land- en tuinbouw; naar verhouding veel bedrijven van wereldformaat; goede wetenschappelijke instellingen; leiderschap in waterbouwtechniek; Nederlanders managen hotels en bedrijven over de hele wereld. Buitenlandse bedrijven vestigen zich hier graag, etc. Kortom een hele goede basis om succesvol te zijn in Europa en de wereld daarbuiten.

Als er al een bedreiging is voor deze Nederlandse sterkte punten dan zijn we het zelf, doordat we ons afsluiten en muren optrekken.

Ik geloof niet dat Europa onze identiteit bedreigt. Ik zie het niet om me heen en ik zie ook nergens de ambitie om Europa tot een eenheidworst te maken. Als er vandaag de dag al een nivellerende internationale trend zou zijn is dat de mondialisering, waardoor alle producten overal en altijd verkrijgbaar zijn in dezelfde winkels en restaurants in alle steden van de wereld. In Europa daarentegen zie ik eerder een tegenovergestelde trend, waarin landen, regio's en steden zich juist duidelijker profileren, omdat hun onderscheidend vermogen een concurrentievoordeel geeft en mensen zich goed voelen bij lokale gebruiken, taal, voedsel en cultuur. Diversiteit kan een enorme kracht zijn. Daarom moeten we ons constant afvragen wat we moeten gelijktrekken en waar we juist verscheidenheid moeten aanmoedigen. Omgaan met verscheidenheid zou een sterk punt van Europa en Europeanen moeten zijn in een mondialiserende wereld.

Kennis van zaken is een andere belangrijke voorwaarde voor succes. Daarom ben ik blij dat vandaag dit thema behandeld wordt op de Haagse Hoge School. Europa wordt steeds meer de plaats waar we zullen leren en werken en we zullen ook steeds meer werken met andere Europeanen. We kiezen Europese parlementariërs en zien eurocommissarissen steeds vaker op onze TV en in de kranten. Willen we onze invloed als land en als burgers doen gelden moeten we weten hoe Europa werkt en waar onze kansen liggen. Diegenen die hun weg kennen zullen de winnaars zijn. Dit geldt natuurlijk net zo goed voor de Nederlandse als de mondiale context, maar hier gaat het over Europa. Op scholen, in studies, in bedrijfsvoering en in ons bestuur moeten we bewust zijn van Europa en hoe dit Europa ons beïnvloedt en wat wij kunnen doen om in Europa effectief te zijn. Ik zie het onderwijs als een cruciale schakel. We hebben de plicht onze burgers en ons toekomstige intellectuele kapitaal voor te bereiden op leven en werken in Europa. Doen we het goed dan hebben we een concurrentievoordeel, laten we het liggen dan streven anderen ons voorbij. Hoe effectief we zijn ligt in grote mate aan onszelf.

Als laatste stelregel gaf ik aan dat effectiviteit gebaat is bij een constructieve en consequente opstelling. Een constructief Nederland weet wat het wil en zet daarvoor ook middelen in. Een consequent Nederland maakt duidelijk waar het staat en is een betrouwbare partner in Europa. Vooral als klein land is het belangrijk om oplossingsgericht te participeren in de belangrijkste politieke processen. Van de zijlijn kun je geen invloed uitoefenen en als je niet weet wat je wilt bereiken dan heeft je invloed ook geen zin. Maar met een gerichte en consequent doorgevoerde ambitie is er in Europa heel veel te bereiken. De landen die durven het voortouw te nemen creëren of beïnvloeden het speelveld. Ook Nederland heeft dit in de geschiedenis van de EU regelmatig bewezen (Rome, Schengen, recent Eucaris, Prüm, paspoorten).

Dit geldt ook voor burgers. De burger moet actief aangeven wat hij verwacht van Europa en daar zijn vertegenwoordigers op aanspreken. Uit alle onderzoeken na het referendum kwam duidelijk naar voren dat de kritiek in hoofdzaak niet een afwijzing van de EU was; in sommige gebieden verwacht men juist 'meer Europa' en daarmee een duidelijker en eenduidiger standpunt van de EU (migratie, anti-terreur, milieu, buitenlands beleid). De kritiek blijkt vooral gericht op de onvermijdelijkheid en ontoegankelijkheid van bepaalde EU processen. Men wil dat Europa zich inzet voor de burger op een manier die herkenbaar is en waar men zich in kan herkennen.

Die boodschap moet niet alleen in een referendum klinken maar steeds als er in de EU beslissingen worden genomen. Het gaat erom een Europa te scheppen waar de burger zich vrij en veilig kan bewegen en waar het eenvoudig is om zaken te doen en bedrijven op te zetten. We zouden moeten eisen dat de EU effectiever gebruik maakt van de schaalgrootte van de EU als markt, als onderzoeksruimte, als internationale speler. Tegelijkertijd voorkomend dat de schaal een doel op zich wordt die de diversiteit en rijkheid van het Europese continent zou schaden. Europa moet voor ons werken en wij moeten daarin onze stem laten horen met een gerichte ambitie om een betere wereld te scheppen voor onszelf, onze kinderen, maar ook voor de wereld om ons heen. Als er één continent is dat die rol kan spelen is het wel Europa, dat door zijn bloedige geschiedenis geleerd heeft, dat alleen door wederzijdse afhankelijkheid en respect voor diversiteit aan duurzame vrede gebouwd kan worden, waarin het recht heerst en niet de militaire macht.

We moeten Europa tot een deel van de oplossing maken voor de uitdagingen waar we in Nederland voor geplaatst staan, en niet Europa tot een probleem bestempelen. Ik vermoed dat velen van jullie hier in deze zaal dit op je eigen manier in jullie eigen werkzaamheden en invloedsfeer ook wel degelijk zullen doen. Jullie zullen dan ook tegen beperkingen aanlopen en je afvragen waarom dit of dat nog niet goed geregeld is - of dat er teveel geregeld is. Dan moet je van je laten horen. Dan moet je verantwoordelijkheid nemen voor de vorming van het Europa van jouw toekomst. (Althans zo zie ik dat en vandaag ben ik gevraagd dit met jullie te delen. )

Vijftig jaar geleden heeft de generatie van onze/jullie (over-)grootouders de basis gelegd voor een vreedzaam en stabiel Europa. Dat was de grote uitdaging van die tijd. De rechtsgemeenschap die zij hebben gecreëerd is een fantastisch succes gebleken. Daarna heeft de generatie van onze ouders gezorgd dat Europa één markt met één munt is geworden, waarmee heel veel welvaart is gecreëerd. Deze generatie heeft de koude oorlog gewonnen en een ongekende vreedzame transitie naar een verenigd democratisch Europa mogelijk gemaakt. Met de volwassenwording van de EU nemen ook de verantwoordelijkheden toe. Nu moet het de slag aangaan met nieuwe economieën in Azië om concurrerend te blijven in de mondiale kenniseconomie; en moet het zorgen dat de stabiliteit en fundamentele waarden en rechten die het op het eigen continent heeft weten te bewerkstelligen kan exporteren naar de rest van de wereld - om te beginnen de landen om ons heen. Nu staat het voor de uitdagingen van klimaatsverandering en het garanderen van onze energievoorziening. Nu moet de EU met de lidstaten en met ons allen een antwoord formuleren op de onvermijdbare migrantenstroom die op ons afkomt uit Azië en vooral Afrika.

Dat Europa moeten jullie vormgeven. Hoe dat zal gebeuren hangt af van jullie ambities en visies op de wereld waarin jullie werken en leven. Europa is niet ver weg, het is hier, overal om ons heen. Het te negeren betekent jezelf tekort doen. Het te kennen betekent je mogelijkheden te vergroten en je kansen te verbeteren.

Ik citeer graag Hofland 30/11/06 Groene Amsterdammer: behoefte aan een nieuw woord in Nederland: Hyperactieve versie van navelstaren. Hij constateert dat Nederland leidt aan dit syndroom. Sommigen denken dat daar iets moois in zit. De wereld kan de pot op, we regelen het hier toch veel beter! Jullie kunnen je voorstellen dat ik dit kortzichtig vind. En ik hoop dat jullie je richten op de kansen en actief zullen bijdragen aan de oplossingen van jullie tijd, in jullie Europa.