Toespraak uitgesproken door Hare Majesteit de Koningin tijdens het galadiner ter gelegenheid van het staatsbezoek van Hunne Majesteiten de Keizer en Keizerin van Japan aan Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus der Nederl

HET GESPROKEN WOORD GELDT

Majesteit,

Het doet mijn man en mij bijzonder veel genoegen U en Keizerin Michiko vanavond samen met mijn familie te kunnen ontvangen en in ons land welkom te heten. Uw komst roept herinneringen op aan het staatsbezoek dat ik samen met onze oudste zoon bracht aan Japan in 1991. Aan de hartelijke ontvangst die U ons toen heeft bereid denken wij met dankbaarheid terug. Tijdens mijn bezoek hadden wij reeds gelegenheid uitgebreid aandacht te besteden aan de vele banden die tussen onze landen bestaan en aan de geschiedenis die wij delen.

Sindsdien is een nieuwe eeuw aangebroken. In veel landen werd de overgang naar de eenentwintigste eeuw uitbundig gevierd. Toch wordt niet overal ter wereld aan de christelijke jaartelling dezelfde bijzondere betekenis toegekend. Van Japan is bekend dat het zijn geschiedenis in dynastieke perioden verdeelt. Twaalf jaar geleden luidde Uw troonsaanvaarding zo'n nieuw tijdvak in: de Heisei-periode. In onze taal kan dit worden vertaald als 'Vrede en Vervolmaking'. Het is een begrip dat velen graag als een motto voor de toekomst van U zouden willen overnemen.

Het verschil in jaartelling staat een vreugdevolle herdenking van vier eeuwen betrekkingen tussen onze landen, geenszins in de weg. De duur van deze relatie is uniek in de geschiedenis van Azië en Europa. Toen de eerste Nederlanders in 1600 in Japan aankwamen, was ons land nog volop verwikkeld in de strijd voor zijn onafhankelijkheid. Het is tekenend voor de ondernemingsgeest van die dagen dat het desondanks zijn schepen op zulke verre reizen uitzond. Het verhaal van ons eerste contact is trouwens niet zonder tragiek en ironie. Een vloot van vijf schepen voer uit om een nieuwe toegangsweg naar de schatten van Azië te vinden. Ondanks het zakelijk oogmerk van de expeditie droegen de schepen de verheven namen 'Geloof', 'Hoop', 'Liefde', 'Trouw' en 'Blijde Boodschap'. In weerwil van deze religieus geïnspireerde namen rustte er op de reis niet veel zegen. De 'Trouw' werd door de Portugezen genomen, de 'Blijde Boodschap' door de Spanjaarden, de 'Geloof' keerde onverricht ter zake naar huis terug en van de 'Hoop' is nooit meer iets vernomen. In dit licht gezien kan het feit dat de 'Liefde' met een handvol overlevende bemanningsleden in Japan aan de grond liep, zoal niet als een triomf dan toch als een relatief succes worden beschouwd.

Het begin van de Japans-Nederlandse betrekkingen stond dus in het teken van de Liefde. Toch dekte dit de werkelijkheid niet helemaal. Handelsondernemingen en betrekkingen tussen staten worden nu eenmaal door andere factoren beheerst. De Nederlandse kooplieden mochten in Japan blijven, maar uitsluitend op het schiereiland Deshima en alleen onder strikt toezicht. Het werd een aanwezigheid van twee eeuwen. Ondanks het opgelegd isolement ontstond een levendige uitwisseling van ideeën, omdat er aan beide zijden nieuwsgierige geesten waren die contacten legden en fungeerden als makelaars van kennis en wetenschap. Deshima werd een centrum van informatie met een grote uitstraling, waardoor ook Nederland en Europa in contact kwamen met de toen volledig onbekende cultuur van Japan. Vierhonderd jaar lang hebben onze landen elkaar op deze wijze over en weer beïnvloed en geïnspireerd.

De Europese expansie, die de Nederlanders naar het Verre Oosten voerde, leidde ook tot een langdurige aanwezigheid van Nederland in Indië. Als gevolg hiervan zijn onze landen in de loop van de vorige eeuw op een geheel andere - en dramatische - wijze met elkaar in aanraking gekomen. De Tweede Wereldoorlog bracht een diepe scheiding tussen onze volken teweeg. Een groot aantal Nederlanders - burgers en militairen - zijn hiervan het slachtoffer geworden. Velen verloren hun leven, anderen dragen de merktekens van hun ervaringen voor altijd met zich mee.
Ook de bevolking van Japan is zwaar getroffen door de ontstellende gevolgen van dit bittere conflict, met name in de laatste verschrikkelijke dagen van de oorlog.
De herinneringen aan het leed dat in die oorlogsjaren is aangericht, vervagen niet; ze komen steeds terug. Daarom is het goed de confrontatie met het verleden niet uit de weg te gaan, al vraagt het moed om dit pijnlijke hoofdstuk uit onze gemeenschappelijke geschiedenis onder ogen te zien. Onze blik op de toekomst mag echter niet door dat verleden worden verduisterd. Zoals een wijs man eens heeft gezegd: 'The function of history is not just to remember, but to give meaning to the future.'

Over die toekomst moeten wij nadenken. Japan was, toen Europa het leerde kennen, een verrassende wereld, een tegencultuur. Hoewel er nog steeds grote verschillen tussen onze beide samenlevingen bestaan, hebben de industriële en economische ontwikkelingen onze landen steeds meer punten van overeenkomst gebracht. In beide landen drukt de dichtheid van de bevolking op het milieu en de natuurlijke omgeving. De levensstandaard is in onze landen hoog en de levensverwachting lang. De vergrijzing en de toenemende behoefte aan zorg eisen steeds dringender onze aandacht. Onze jeugd leeft in een opener wereld dan vroeger. Reizen is gemakkelijker geworden en de kennis omtrent andere culturen en gewoonten is breder verbreid. Economische processen spelen zich meer en meer op mondiaal niveau af; daarmee worden de landen van de wereld ook steeds sterker van elkaar afhankelijk.

Ondanks deze mondiale ontwikkelingen blijven bilaterale contacten hun betekenis behouden. Dit geldt zeker ook voor Japan en Nederland. Aanzienlijke wederzijdse investeringen getuigen van het vertrouwen dat wij in elkaars economieën hebben. Culturele en wetenschappelijke instellingen, zoals het Von Sieboldhuis in Leiden en het Japan-Nederland Instituut in Tokio, worden gedragen en gesteund door overheid en particulieren in onze beide landen. Op tal van gebieden vinden uitwisselingen plaats van studenten en geleerden, van kunstenaars en schrijvers. Vele Japanse musici spelen in onze orkesten en ook de Japanse moderne architectuur roept bij ons grote bewondering op.

Majesteit,

Nederland is in toenemende mate deel gaan uitmaken van Europa. Tegenwoordig spelen onze relaties zich daarom dikwijls in Europees kader af. In internationaal verband hebben wij ervaren dat onze landen over belangrijke kwesties veelal dezelfde gedachten hebben. Japan speelt een rol van betekenis in de regio en in de wereld en levert vooral in de Verenigde Naties aanzienlijke bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking en op terreinen als milieu en ontwapening. Ons land juicht dit alles sterk toe.

Gaarne nodig ik alle aanwezigen uit een dronk uit te brengen op Uw gezondheid, Majesteit, op de gezondheid van Keizerin Michiko, op de leden van Uw familie, en op de voorspoedige toekomst van het Japanse volk waarmee wij een unieke gezamenlijke geschiedenis van vier eeuwen vieren.