Speech uitgesproken door Hare Majesteit de Koningin ter gelegenheid van het officiële bezoek van de President van Brazilië, Den Haag, 9 oktober 2000

Mijnheer de President,

Het is voor mijn man en mij een groot genoegen U en Mevrouw Cardoso hier vanavond te begroeten en in ons land welkom te heten. Het is opmerkelijk dat dit het eerste officiële bezoek van een Braziliaanse President aan Nederland is, hoewel onze landen reeds vele eeuwen betrekkingen onderhouden. Uzelf bezocht ons land reeds verschillende malen in een eerdere fase van Uw loopbaan. Onze zoon bracht bovendien in 1998 tweemaal een bezoek aan Brazilië. Als zoveel andere bezoekers van Uw land was hij onder de indruk van de schoonheid van Uw land en van de overweldigende gastvrijheid, de calor humano, van Uw volk.

Onze gemeenschappelijke geschiedenis begon in 1624, toen Nederlanders in dienst van de West-Indische Compagnie Bahia veroverden. Zij waren niet de eerste Europeanen die in Brazilië voet aan wal zetten, Spanjaarden, Portugezen en Fransen waren hen voorgegaan. Dit alles speelde zich af in 1500; al meer dan een half millennium bestaan er dus banden tussen Brazilië en Europa.

In deze geschiedenis van vijf eeuwen speelde Nederland slechts korte tijd een rol van betekenis. In de eerste helft van de zeventiende eeuw werd een deel van Noord-Oost Brazilië door Nederlanders bezet en omgedoopt tot Nieuw-Holland. Deze episode duurde nog geen 25 jaar, maar neemt in onze geschiedschrijving een bijzondere plaats in. In Uw land wordt deze tijd beschouwd als een belangrijke fase in het ontstaan van de Braziliaanse natie, mede dankzij het gouverneurschap van Graaf Johan-Maurits van Nassau-Siegen. Hij heeft niet alleen de eerste dierentuin op Amerikaanse bodem gesticht, maar ook, wat misschien nog iets belangrijker is, het eerste parlement. De schilderijen die Eeckhout en Post toen maakten, roepen nog steeds voor miljoenen museumbezoekers in alle delen van de wereld een beeld op van het Brazilië van die tijd. De rijke folio's van Barlaeus en anderen, die Johan-Maurits na zijn terugkeer in Nederland liet drukken, hebben lange tijd gegolden als de standaardwerken over Brazilië.

Vanaf de komst van de eerste Europeanen hebben zich telkens weer nieuwkomers gevoegd bij de oorspronkelijke bewoners. Sommigen kwamen tegen hun wil, zoals de vele Afrikanen die als slaven naar de Nieuwe Wereld zijn verscheept. Ook Nederland - het valt niet te ontkennen - had een belangrijk aandeel in deze kwalijke handel. De meeste immigranten echter, waaronder vele Nederlanders, kwamen vrijwillig. Zij werden aangetrokken door de vele mogelijkheden die dit rijke en welhaast grenzeloze land hun bood. Mede door hun komst, uit Azië, Europa en Afrika, is Brazilië een unieke pluriforme samenleving geworden, een open en tolerante maatschappij waarin men de onderlinge diversiteit op vanzelfsprekende wijze accepteert. Hiermee is het fundament geschapen voor een democratisch bestel, dat immers tolerantie, wederzijds respect en gemeenschapszin veronderstelt. Johan-Maurits van Nassau zei al in de rede die hij in 1643 hield bij zijn afscheid in Recife: "Denk niet dat het regeringskasteel in forten en wallen bestaat: het is in het binnenste der gemoederen gelegen. Ook is de ware grootheid der staten niet naar wijde vlakten, landerijen en macht af te meten, maar naar de trouw, de goedgezindheid en de eerbied der ingezetenen."

Uw persoonlijke bijdrage tot de versteviging der democratie, stellig mede gevormd door Uw eigen levenservaringen, is bekend en dwingt algemeen respect af. De democratische instituties en de beginselen van de rechtstaat krijgen in Uw land een steeds duidelijker plaats. Op het gebied van de lokale en regionale democratie worden interessante experimenten ondernomen. Dit alles verdient onze bewondering, temeer waar de economische problemen in de laatste jaren groot zijn geweest en de sociale spanningen aanzienlijk. Het verheugt ons dat het economisch herstel sneller verloopt en krachtiger is dan velen hadden verwacht. Wij realiseren ons echter ook dat dit aanpassingsproces grote sociale problemen met zich mee brengt en veel mensen een zware last oplegt. De grote vooruitgang die te zien is op het gebied van gezondheid en onderwijs is daarom des te meer reden tot voldoening.

Mijnheer de President,

Een land als het Uwe neemt alleen al door de omvang van zijn grondgebied en het getal van zijn inwoners een centrale plaats in op het continent waartoe het behoort. Niets wat in Zuid-Amerika gebeurt kan U onverschillig laten en niets wat U doet, is zonder betekenis of gevolgen voor de andere landen in de regio. U beseft - en aanvaardt - de verantwoordelijkheid die uit deze positie voortvloeit. De vele Braziliaanse initiatieven, in heden en verleden, tot overleg en verdere regionale samenwerking, markeren de leidende rol die Uw land speelt in Zuid-Amerika.

In Nederland staan wij uiteraard verder van U af dan Uw buurlanden, maar ook wij volgen de ontwikkelingen in Uw land met intense belangstelling en sympathie. De leerstoel Braziliaanse studies aan de Universiteit van Leiden garandeert bovendien dat ook aan de wetenschappelijke kennis van Uw land veel aandacht wordt gegeven. Wij voelen ons zeer betrokken bij de belangrijke inspanningen op milieugebied die U, als hoeder van het tropisch regenwoud, op zich heeft genomen. Maar onze belangstelling gaat evenzeer uit naar de moderne architectuur van Uw land, die wereldwijd een reputatie heeft verworven. Uw schrijvers zijn dikwijls in het Nederlands vertaald en worden hier gelezen en gewaardeerd. Velen in Nederland zijn gefascineerd door Uw unieke multiculturele samenleving. De inspirerende boodschap van geestelijke leiders als Dom Helder Câmara en Paulo Evaristo Arns heeft ook in ons land doorgeklonken. Wellicht is het mede aan hun inspiratie te danken dat in de afgelopen jaren velen in Brazilië zich oprecht hebben ingespannen om te komen tot een rechtvaardiger samenleving, een doel dat U ook tot het Uwe heeft gemaakt.

Mijnheer de President,

Gaarne nodig ik alle aanwezigen uit met mij het glas te heffen op de gezondheid van U en van Mevrouw Cardoso en op de toekomst van Uw land en Uw volk. Gaarne ook spreek ik de wens uit dat de vermaarde Braziliaanse calor humano steeds onze wederzijdse betrekkingen zal blijven verwarmen.