Toespraak van H.M. de Koningin tijdens de buitengewone vergadering van de Raad van State op woensdag 20 oktober 2004

Mijnheer de Vice-president, Leden van de Raad van State en U die - zoals de Grondwet dat zo precies uitdrukt - daarin zitting hebben,
Het is mij een bijzonder genoegen om vandaag in Uw midden te zijn en de plechtige - en tegelijkertijd feestelijke - vergadering te mogen voorzitten waarin ik mijn schoondochter Máxima installeer in dit Hoge College van Staat. Voordat ik daartoe over ga verzoek ik de Secretaris het Koninklijk Besluit voor te lezen waarbij Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden zitting in de Raad van State wordt verleend.

(Secretaris leest KB voor).

Máxima,

Direct na je verloving met Willem-Alexander ben je aan een diepgaand kennismakings- en introductieprogramma begonnen. Dit gaf je de gelegenheid in contact te komen met de Nederlandse samenleving en met talrijke overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties, werkzaam op een veelheid van terreinen. Van die gelegenheid heb je enthousiast en met grote inzet gebruik gemaakt. Jij hebt Nederland leren kennen - en Nederland ook jou. Je hebt in die periode hard gewerkt en een goed gevoel ontwikkeld voor wat er speelt en leeft in het Koninkrijk. In de toelichting bij de Toestemmingswet voor jullie huwelijk heeft de regering al aangekondigd dat je zitting zou nemen in de Raad van State. Het moment is nu aangebroken waarop dit zijn beslag krijgt.

De Prins van Oranje heeft vanaf zijn 18e jaar van rechtswege zitting in de Raad van State. De Grondwet staat toe ook andere leden van het Koninklijk Huis zitting in de Raad te verlenen. Het is al een lange traditie dat die mogelijkheid wordt geboden aan de echtgenoot of echtgenote van de toekomstige Koning of Koningin. Zo kan deze inzicht krijgen in de vraagstukken van de tijd, zijn of haar kennis verdiepen en waardevolle ervaring opdoen. Ik verwacht dat jij dat eveneens zo zult ervaren en ik heb je daarom graag zitting in de Raad verleend bij het Koninklijk Besluit dat de Secretaris zojuist heeft voorgelezen.

De Raad van State bestaat al bijna 475 jaar en is daarmee een van de oudste staatsinstellingen van ons land. In 1531 werd de Raad opgericht om advies uit te brengen over alle "grote en voornaamste zaken". In de honderden jaren van zijn bestaan heeft hij zijn taken uitgevoerd in sterk wisselende omstandigheden. Heden ten dage is de Raad nog steeds het belangrijkste adviesorgaan van de regering op het gebied van wetgeving en bestuur. Ook de Koninkrijksrelaties en de Europese integratie komen hier aan de orde. Door zitting te nemen in dit college zul je van een veelheid van onderwerpen kennis kunnen nemen - en ook zien hoe de Raad functioneert en adviezen tot stand komen. Omdat uiteindelijk de kwaliteit van die adviezen afhankelijk is van het inzicht en de ervaring van verschillende leden van deze Raad kan het nuttig zijn hen persoonlijk beter te leren kennen.

Uit naam van alle Staatsraden heet ik je van harte welkom.

Ik geef nu graag het woord aan Prinses Máxima.