Toespraak Prinses Margriet tijdens opening presentatie ‘Wij gaan naar Canada’ in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem

Allereerst wil ik het Nederlands Openluchtmuseum graag van harte complimenteren met de totstandkoming van deze bijzondere presentatie “Wij gaan naar Canada”. Zoals u weet ben ik geboren in Ottawa, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn moeder Juliana: toen kroonprinses,  en mijn twee oudste zusjes waren naar Canada gevlucht, om te voorkomen dat zij in handen van de nazi’s zouden vallen. Zij vonden daar een veilig onderkomen en hun verblijf en mijn geboorte in Ottawa zijn voor mij altijd een belangrijk, haast tastbaar gegeven geweest.

Ik ben vele malen in Canada terug geweest. Vaak voor officiële bezoeken, meestal verbonden met herdenkingen van de 2e Wereldoorlog. Ik voel er altijd die heel speciale band. Mijn man en ik houden in Canada -en ook in ons land- contact met veel veteranen. De dappere jongens, soldaten uit Canada die, samen met andere geallieerden, een cruciale rol hebben gespeeld bij de bevrijding van ons land. Jongens van 20, soms ook nog wel jonger, die veelal nooit buiten Canada waren geweest en die hun inzet voor onze vrijheid soms met hun leven hebben moeten bekopen. Wij kennen velen van hen, spraken en spreken met hen in Canada, evenals bij hun bezoeken aan Nederland. Bezoeken die nu nog slechts sporadisch plaatsvinden. Nu zijn zij heel oud en soms heel broos, maar nog steeds kunnen zij vertellen over hun ervaring van toen. Sommigen van hen kwamen na de oorlog met een Nederlandse bruid terug...

Een speciale band is er ook met de grote groep mensen die naar Canada is gegaan. In de jaren na de oorlog was het economische perspectief in ons land voor velen zo weinig positief dat ongeveer 5% van de bevolking besloot om zijn toekomst te zoeken in een ander land, vaak met hun hele gezin en altijd met heel weinig bagage. In Canada heb ik menigeen ontmoet, zoals vorig jaar in mei in Brampton, Ontario. Het is mij uit die gesprekken heel duidelijk geworden hoe moeilijk en hoe zwaar het voor sommigen is geweest. Zij hebben mij bijvoorbeeld verteld dat zij maar 100 gulden mochten meenemen. Maar zij hadden succes en werden gewaardeerde leden van de Canadese samenleving, zoals de familie Heersink, die daarvan een prachtig voorbeeld is!

We delen, ook nu, met Canada belangrijke democratische waarden en een intensieve handelsrelatie. In Canada zijn ruim een miljoen mensen met Nederlandse wortels en dat blijft ook voor de jongere generaties van deze families een bijzondere rol spelen. Ik ben uitermate enthousiast over de totstandkoming van de presentatie “Wij gaan naar Canada”, zodat  iedere bezoeker meer te weten komt over deze tijd en de moed die men had om een nieuw leven te beginnen…in Canada!