Juli 2021

  • Beeld: ©ANP

5-7 juli: Samen met Duitsland

Na het staatsbezoek aan Indonesië in februari 2020, lieten de corona-omstandigheden het pas in juli 2021 weer toe om op staatsbezoek te gaan. Van 5 tot en met 7 juli bezochten Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima de Bondsrepubliek Duitsland op uitnodiging van bondspresident Frank-Walter Steinmeier. Het staatsbezoek was toegespitst op Berlijn en was de afronding van een reeks bezoeken aan alle Duitse deelstaten die het Koningspaar sinds 2013 bracht.

De bondspresident ontving de Koning en Koningin in zijn ambtswoning, Schloss Bellevue. De Koning bracht daarna een bezoek aan het Anne Frank Zentrum. Jaarlijks worden hier honderden jongeren opgeleid om als gids of ambassadeur te werken. Philipp Prüter vertelde over zijn drijfveren: “Ik hoorde op mijn veertiende op school voor het eerst over Anne Frank. Ik vond het fascinerend dat zo’n jong meisje dingen zo geweldig onder woorden kon brengen.” Mede-ambassadeur Paula Schmidt: “Wij strijden tegen discriminatie. Op instagram geven we mensen de gelegenheid hun ervaringen op te schrijven, net zoals Anne Frank deed in haar dagboek.”

Tijdens het staatsbanket roerde de bondspresident de beladen geschiedenis aan: “Onze vriendschap is kostbaar. Ze is gegroeid uit een bereidheid tot verzoening die niet vanzelfsprekend is en die wij, na alles wat Duitsland Nederland heeft aangedaan, niet verwachten mochten.” “We zijn er samen in geslaagd onder de lange schaduw van het verleden uit te komen”, zei de Koning.
 

  • Beeld: ©ANP

Op de tweede dag van het staatsbezoek verdiepten de Koning en Koningin zich onder meer in de samenwerking tussen Duitsland en Nederland op het gebied van design en materiaalgebruik. Ze bezochten een tentoonstelling van Hella Jongerius in de Gropius Bau en spraken met Duitse en Nederlandse ontwerpers, onder wie Michelle Baggerman: “Ik kan moeilijk begrijpen dat we mooie materialen zomaar weggooien en wil in mijn werk laten zien dat daar nog waarde uit te halen is en dat je er iets heel moois van kunt maken.”

Tijdens een bezoek aan de Bondsraad (bestaande uit vertegenwoordigers van de regeringen van de zestien deelstaten) ontmoetten de Koning en Koningin veel oude bekenden. De Koning hield in de plenaire zaal een toespraak: “Als wij iets duidelijk hebben willen maken met onze bezoeken, dan is het onze behoefte aan continuïteit. En ons geloof in een toekomst samen met u. De komende jaren zullen we met aandacht de ontwikkelingen in de Länder blijven volgen.” Aansluitend bracht het Koninklijk paar een bezoek aan bondskanselier Angela Merkel in het Bundeskanzleramt.

Op de derde dag ging het Koninklijk paar onder meer kijken in Landschaftspark Herzberge. Medeoprichter Doris Nabrowsky: “Na de Wende was men van plan het vol te bouwen. Maar we zijn erin geslaagd hier midden in de stad een landschapspark te maken groter dan de Tiergarten. Het is een park voor iedereen. Dit is uniek in Berlijn. Daar ben ik trots op.”
 

  • Beeld: ©J. Nan

7 en 8 juli: Een thuis voor elk kind

Geen kind mag alleen opgroeien. Elk kind, ongeacht achtergrond en cultuur, verdient een liefdevolle familie en een veilige omgeving. Wereldwijd kent één op de tien kinderen dit geluk niet. Voor deze kinderen zet SOS Kinderdorpen zich in. Deze internationale organisatie wil kinderen in de knel de kans geven zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. Het liefst binnen de eigen familie, en als dat niet meer kan in een ‘SOS familie’. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet is sinds 1984 beschermvrouwe van SOS Kinderdorpen en bezoekt regelmatig projecten in het buitenland. Op 7 en 8 juli was zij in Oostenrijk. In Wenen ging de Prinses op bezoek bij een woongroep waar negen kinderen wonen tussen vier en zestien jaar oud. In de woongroep vinden kinderen die om verschillende redenen niet bij hun biologische ouders kunnen wonen, een thuis. “Wat zo mooi is, is dat de biologische ouders ook professionele begeleiding krijgen en worden betrokken bij het behandelplan van het kind”, zei de Prinses. “Ook wordt gekeken of familiehereniging mogelijk is. Dat vind ik een heel mooie ontwikkeling.”

De Prinses bezocht ook een project waar jonge vluchtelingen onder begeleiding wonen en werken aan het opbouwen van een nieuw bestaan. Hier maakte zij kennis met de negentienjarige Abuzar die op zijn veertiende uit Afghanistan vluchtte.

Arian Buurman, directeur van SOS Kinderdorpen, begeleidde de Prinses in Oostenrijk: “We zijn ongelofelijk dankbaar voor de permanente steun van onze beschermvrouwe.”
 

  • Beeld: ©ANP

13 juli: Journalistieke ankers

Op 2 juli 1771 verscheen het eerste nummer van de ’s Hertogenbossche Dinsdagse en Vrijdagse Courant. Deze krant was de verre voorouder van het Brabants Dagblad, dat anno 2021 circa 280.000 krantenlezers en 350.000 digitale bezoekers bedient. Ter gelegenheid van het 250-jarig jubileum bezocht Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander op 13 juli de redactie in Den Bosch. “Wij zijn meer dan een nieuwsplatform; we maken deel uit van het leven van mensen”, zei hoofdredacteur Lucas van Houtert. “Ik heb twintig jaar oplagedalingen meegemaakt, maar sinds anderhalf jaar groeien we weer. Rust en kalmte zijn onze kracht. Wij houden vast aan onze journalistieke ankers. We hebben tweehonderd verslaggevers, van wie tachtig in vaste dienst. Iedere gemeente in Brabant wordt gecoverd door een professionele verslaggever.” Verslaggever Kim Spanjer vertelde dat ze nog de enige belangeloze journalist is die de gemeenteraden van Hilvarenbeek en Goirle volgt.

De Koning luisterde ook naar de verhalen van medewerkers die te maken hadden gehad met bedreigingen. Fotograaf Jack Brekelmans wist nauwelijks het vege lijf te redden toen in een brandgang een groep relschoppers op hem afkwam: “Het wordt steeds harder. Soms vraag ik me af: is dit het wel waard?”

Om de diversiteit op de redactie te vergroten, ging de krant op zoek naar potentiële journalisten met een migratieachtergrond. Met succes. Trainee Nisrine Abousalama: “Ik voel me welkom hier. Ik ga niet schrijven vanuit mijn eigen bubbeltje, maar ben juist nieuwsgierig naar anderen.”
 

  • Beeld: ©Rijksvoorlichtingsdienst

14 juli: In één klap serieus genomen

Maar liefst 566 kunstenaars zonden in 2021 werk in voor de jubileumeditie van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. De aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars heeft een traditie die teruggaat tot Koning Willem III en bestond honderdvijftig jaar. Ter gelegenheid daarvan was het in het Koninklijk Paleis Amsterdam dubbel feest. Niet alleen reikte Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander de onderscheidingen uit aan de winnaars, ook werd een jubileumtentoonstelling geopend met werk van winnaars sinds de jaren tachtig. Voor deze speciale gelegenheid was ook Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix aanwezig.
 

  • Beeld: ©Rijksvoorlichtingsdienst

Suzan Drummen was een van de winnaars in 1989 en vertelde wat de onderscheiding voor jonge kunstenaars doet: “De afgelopen tijd heb ik met veel collega’s over de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst gesproken. Deelname is echt voor velen van grote betekenis geweest. Menigeen heeft meteen schilderijen verkocht en vruchtbare contacten kunnen leggen met mensen uit het werkveld. Een collega zei: ‘na koninklijke erkenning hoefde ik me niet langer te verdedigen voor het feit dat ik kunstenaar was en werd ik in één klap serieus genomen’. De schilderkunst is door beschouwers vaak dood verklaard. Maar niet door de schilders!”

De winnaars van 2021 waren Rinella Alfonso, Philipp Gufler en Hend Samir. “De jury was eensgezind opgetogen over het niveau van deze editie”, aldus juryvoorzitter Paula van den Bosch.
 

  • Beeld: ©ANP

14 juli: De vrije trucker m/v

‘Met de vlam in de pijp door die eindeloze nacht. En dan moet ik even denken aan mijn vrouw die op me wacht.’ De hit van Henk Wijngaard uit 1978 bevestigde het stereotiepe beeld van de mannelijke vrachtwagenchauffeur die, ver van vrouw en kind, over de Europese snelwegen raast. In de 21ste eeuw is er wel het een en ander veranderd. Een groeiend aantal vrouwen ontdekt de transportsector en klimt in de cabine. Volgens het Sectorinstituut Transport en Logistiek mogen dat er echter nog veel meer worden. Er is een groot tekort aan chauffeurs en logistieke bedrijven en opleidingsinstituten doen hun best om meer vrouwen warm te maken voor een baan als vrachtwagenchauffeur.

Op 14 juli ging Hare Majesteit Koningin Máxima naar E&R Opleidingen in Nieuwegein; een van de grote opleidingsinstituten voor vrachtwagen- en buschauffeurs. Ze sprak daar met vrouwelijke chauffeurs in opleiding en met zij-instromers. Ook ontmoette zij drie vrouwen die al ruime ervaring hebben als vrachtwagenchauffeur: Bianca Tuss, Kayleigh Jannink en Marielle de Jong. “Er zijn heel veel verschillende mogelijkheden in de sector zodat er ook voor vrouwen voldoende te kiezen is”, kreeg ze te horen. “Qua werktijden is het goed in te delen”, zei Bianca Tuss. “Ik heb twee kindjes en kan mijn tijden goed aanpassen aan mijn privérooster.”

Tot slot nam de Koningin plaats achter het stuur van een bakwagen om het vrije truckersgevoel zelf te ervaren.
 

  • Beeld: ©ANP

15 juli: Brug van oud naar nieuw

“Wij proberen altijd grenzen te verleggen met nieuwe technologie en verlangen ernaar in staal grote objecten te printen die efficiënt gebruikt kunnen worden. Een brug over een gracht in Amsterdam is dan een geweldige metafoor. De oude stad wordt verbonden met de technologie van de toekomst.” Toen ontwerper Joris Laarman in 2017 deze woorden schreef, was zijn droom nog toekomstmuziek. Weliswaar was de ontwerp- en experimenteerfase afgerond, het printen en testen van de brug zelf was nog maar net begonnen. Vier jaar later was het dan eindelijk zover dat de eerste 3D-geprinte stalen brug ter wereld geplaatst kon worden aan de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam. Hare Majesteit Koningin Máxima verrichtte de opening op 15 juli. Na de opening sprak zij met de ontwerpers, bouwers, vertegenwoordigers van de gemeente en buurtbewoners.

De voetgangersbrug werd geproduceerd door roboticabedrijf MX3D. CEO Gijs van der Velden: “Met dit project hebben we een nieuwe standaard neergezet voor 3D-printen met staal. Met deze technologie kunnen we metalen structuren produceren zonder materiaalverspilling, flexibel in vorm en stijl. Zo kunnen we in de toekomst met minder materiaal werken in een geheel nieuwe vormentaal.” In de brug zitten sensoren die onder meer registreren hoe druk het is, hoe voetgangersstromen lopen en hoe het materiaal en de constructie daarop reageren. “Met deze brug laten we zien dat de binnenstad niet alleen iets is van het verleden,” zei stadsdeelbestuurder Micha Mos.
 

  • Beeld: ©ANP

15 juli: ‘Zandzakken, zeilen, niets hielp’

Tussen 12 en 15 juli zorgde een hardnekkig lagedrukgebied boven Duitsland voor extreem veel regen. Ook het zuiden van Limburg werd zwaar getroffen. Op sommige plekken viel in twee dagen meer regen dan normaal in twee maanden. Hoewel er in Nederland geen slachtoffers vielen, waren de ontreddering en de schade enorm. Heerlen, Landgraaf, Kerkrade, Gulpen en vele andere plaatsen kregen het zwaar te verduren. In de nacht van 14 op 15 juli liep de binnenstad van Valkenburg onder water. Bruggen raakten ontzet, in huizen en winkels drong het water razendsnel binnen en bewoners moesten in allerijl een veilig heenkomen zoeken op zolder. Zevenhonderd woningen werden tijdelijk onbewoonbaar en vierhonderdvijftig winkels en horecaondernemingen werden getroffen door het hoge water. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima gingen in de avond van 15 juli naar Valkenburg om hun betrokkenheid te uiten. Samen met burgemeester Daan Prevoo waadden zij door het centrum om te luisteren naar de ervaringen van bewoners, ondernemers, brandweermensen en andere hulpverleners. “Het is een ramp, niet te beschrijven”, zei een eigenaar van een horecazaak. “Zandzakken, zeilen, niets hielp. We hadden tien centimeter verwacht maar in een mum van tijd stond het water een meter hoog.” Bewoners vertelden over de paniek die was ontstaan, de angst om familieleden en het verdriet om de ravage en het verlies van dierbare, persoonlijke spullen.
 

  • Beeld: ©Rijksvoorlichtingsdienst

De paleizen in de media

Ook in 2021 zorgde de coronapandemie ervoor dat Paleis Noordeinde en het Koninklijk Staldepartement in de zomer niet opengesteld konden worden. Om belangstellenden toch een inkijkje te bieden, kregen media gelegenheid om binnen de muren van het Paleis en de Stallen reportages te maken. RTL Boulevard keek samen met de hofmaarschalk achter de schermen, van de balzaal tot de keuken en de linnenkamer, waar medewerkers via een elektronisch systeem voorzien worden van hun gestreken en geperste kleding. Omroep Max maakte een uitzending over de historie en het gebruik van Paleis Noordeinde met de directeur van de Koninklijke Verzamelingen. Klokhuis (NTR) kwam op bezoek en mocht in livrei helpen met het dekken van de tafels. Firma Erfgoed (EO) maakte opnamen in de Koepel van Fagel. Automagazine KNAC maakte een reportage over de ontwikkeling van het Koninklijk Staldepartement en Vorsten en de Volkskrant interviewden vertrekkend stalmeester Bert Wassenaar. De jonge influencers van HorseWorldTV kregen voor hun publiek van paardenliefhebbers een tour van een van de koetsiers. Man en Kunst (AVROTROS) maakte een uitzending over beeldend kunstenaar André Volten en filmde zijn werken in de tuinen van Paleis Huis ten Bosch en Kasteel Drakensteyn.