Toespraak van Koning Willem-Alexander bij het startdiner aangeboden aan de bewindslieden van het kabinet-Rutte IV en hun partners op Paleis Huis ten Bosch

Dames en heren,

Hartelijk welkom! Mijn vrouw en ik zijn blij dat U vanavond onze gast bent in de Oranjezaal van Paleis Huis ten Bosch.

In deze Oranjezaal begon op 18 mei 1899 de Eerste Haagse Vredesconferentie. Het was een initiatief van de Russische Tsaar Nicolaas II.

Mijn overgrootmoeder - de toen 18-jarige Koningin Wilhelmina - was gastvrouw. De Tsaar had haar daarvoor gevraagd vanwege hun familieband. Maar ook omdat Nederland als klein, neutraal land voor alle deelnemers acceptabel was.

Zesentwintig landen waren vertegenwoordigd. Ze praatten hier op deze plek over vrede en ontwapening. En over het verlangen om voor komende generaties definitief een einde te maken aan oorlog en geweld. De kiem voor Den Haag als internationale stad van vrede en recht werd toen gelegd.

Honderd jaar later, in 1999, was ik in St. Petersburg.

Ik nam deel aan de conferentie ‘The Future of War’, georganiseerd door de Russische regering, bedoeld om de herinnering aan de Haagse Vredesconferentie levend te houden.

Ik herinner me nog delen uit mijn speech.

Ik sprak over hoopgevende ontwikkelingen in Europa. Over steeds intensievere samenwerking. En over de bijdrage van democratie aan stabiliteit en vrede.

Weer 15 jaar later, in 2014, verwelkomden mijn vrouw en ik in deze zaal de deelnemers aan de Nuclear Security Summit. Onder hen President Obama, Bondskanselier Merkel, President Xi Jinping en Minister-President Jatsenjoek van Oekraïne.

President Poetin was er niet bij. Rusland had enkele weken daarvoor de Krim geannexeerd. De G8 was uitgedund tot G7. De idealen van de Haagse Vredesconferentie raakten steeds verder uit zicht.

Vandaag ontvangen wij U: de leden van het nieuwe kabinet, met uw partners. Een maand nadat de bevolking van Oekraïne het slachtoffer is geworden van een brute, eenzijdige en bloedige aanval van Rusland.

Net toen de coronapandemie voorbij leek en de wereld weer open ging, zijn Europa en de wereld opnieuw in crisis geraakt. U allen bent daar elke dag (en soms ook ’s nachts) mee bezig, ieder op zijn of haar eigen beleidsterrein.

In internationale fora, maar ook hier in Nederland, staat u voor de moeilijke opgave om veiligheid te versterken, vertrouwen te herstellen en noodzakelijke transities mogelijk te maken.

Sinds januari hebben mijn vrouw en ik de meesten van u al leren kennen, tijdens gesprekken, ontmoetingen en bezoeken. Dit diner brengt ons allen bij elkaar. Mijn vrouw en ik zien dit als het begin van een nieuwe traditie bij de start van een nieuw kabinet. Het geeft uitdrukking aan onze verbondenheid.

Wij hebben allen één doel voor ogen. Wij allen dienen de Nederlandse bevolking. Als lid van de regering ben ik deel van uw team. Mijn vrouw is evenzeer nauw betrokken bij alle inspanningen ten dienste van Nederland. Dus weet ons te vinden en gebruik ons.

Ik ben heel blij dat Uw partners er vanavond bij zijn. Zij zijn Uw trouwste bondgenoten en beste adviseurs.

Uw rol als partner is essentieel, ook bij het bewaken van de fysieke en mentale gezondheid. Mijn vrouw en ik wensen U daarbij heel veel goeds toe!

U allen wens ik heel veel succes toe. Wij verheugen ons op een vruchtbare samenwerking met ieder van U.

Graag wil ik het glas met U allen heffen.

Op het Koninkrijk der Nederlanden!