Ondertekening wetten en Koninklijke Besluiten

Volgens de Grondwet moeten alle wetsontwerpen na goedkeuring van het parlement ondertekend worden door de Koning en de verantwoordelijke minister om in werking te kunnen treden.

Iedere werkdag gaat er een pakket van deze officiële documenten voor ondertekening naar de Koning. Ieder stuk is door het Kabinet van de Koning voorzien van een notitie, waarin verwezen wordt naar inhoud, belang en ontstaansgeschiedenis van het document.

Jaarlijks ondertekent de Koning zo'n 500 wetten en Algemene Maatregelen van Bestuur en zo'n 3000 Koninklijke Besluiten. Al deze stukken moeten persoonlijk door de Koning worden getekend en kan niet door iemand anders namens de Koning worden gedaan.

Staatsrechtelijke verantwoordelijkheid

De minister neemt door zijn handtekening te zetten de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid voor het besluit. Het medeondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten door een minister wordt contraseign genoemd.

Pas nadat de Koning en een minister het wetsontwerp hebben ondertekend, krijgt het de status van wet. Ook onder Koninklijke Besluiten moeten beide handtekeningen staan.