Voorzitter van de Raad van State

De Koning is volgens de Grondwet voorzitter van de Raad van State. Dit is een ceremoniële functie. De dagelijkse leiding ligt in handen van de vicepresident.

De Raad van State is een Hoog College van Staat en heeft twee hoofdtaken: wetgevingsadvisering en bestuursrechtspraak. Deze taken worden door twee afzonderlijke afdelingen uitgevoerd. 

Enerzijds adviseert de Afdeling advisering van de Raad van State regering en parlement over wetgeving. Anderzijds is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op bepaalde rechtsgebieden (ruimtelijke ordening, vreemdelingenzaken) hoogste bestuursrechter van het land. De Koning is voorzitter van de instelling, maar niet inhoudelijk betrokken.

De Prinses van Oranje heeft vanaf haar achttiende verjaardag ‘van rechtswege’ zitting in de Raad van State en in de Afdeling advisering. Dit is in artikel 74 van de Grondwet bepaald. De beoogd troonopvolger kan zich zo voorbereiden op haar toekomstige taak als Koning door onder andere de benodigde kennis van wetgeving en het staatsrecht op te doen. 

Ook Koningin Máxima heeft, sinds 2004, zitting in de Raad van State en in de Afdeling advisering. De Prinses van Oranje en Koningin Máxima kunnen deelnemen aan vergaderingen van de Afdeling advisering, maar hebben hierin geen stemrecht. Zij zijn  niet betrokken bij de rechtsprekende taak van de Raad van State.