Toespraak van Prinses Máxima bij de uitreiking van de Machiavelliprijs 2011, Den Haag

Mevrouw Wagenaar, leden van de jury, dames en heren,

Vorige week donderdag was het precies tien jaar geleden dat ik door mijn huwelijk van het ene op het andere moment prinses werd. Dat was een onvergetelijke dag en tegelijkertijd het moment waarop mijn leven een totaal andere wending nam. Want wie een kroonprins trouwt, zegt niet alleen 'ja' tegen een echtgenoot en een schoonfamilie, maar tegen een heel land. Ik zei op die dag ook 'ja' tegen een prachtige, maar drukke baan en een leven in de schijnwerpers. Dat levert beperkingen op, zeker, maar vooral ook heel veel mogelijkheden om positieve dingen te bereiken voor de Nederlandse samenleving. Het is fantastisch om je daar voluit voor in te kunnen zetten. En eerlijk is eerlijk: soms helpen die schijnwerpers ook om een groter nuttig effect te bereiken in mijn werk. Maar dat hoef ik u als communicatiedeskundigen natuurlijk niet uit te leggen.

De laatste tien jaar heb ik het voorrecht gehad veel mensen en organisaties publiekelijk een compliment te mogen maken. Vandaag valt mij die eer te beurt en krijg ik een compliment. U noemde het net een oeuvreprijs, mevrouw Wagenaar. Maar ik beschouw de toekenning van de Machiavelliprijs vooral als een aanmoediging om door te gaan op de ingeslagen weg. Niet dat ik iets anders van plan was, maar zoals ieder mens vind ik het fijn op deze manier een steuntje in de rug te krijgen. Daarvoor mijn hartelijke dank aan de Stichting Machiavelli en aan de leden van de jury.

Tegelijkertijd moet ik eerlijk zijn. Ik heb geaarzeld of ik deze prijs wel in ontvangst moest nemen. Ten eerste door de jurykwalificatie over mijn vermeende rol bij de 'versterking van het draagvlak voor de monarchie als symbool voor nationale eenheid'. Dat klonk als een uitnodiging om vandaag nogmaals iets te zeggen over de Nederlandse identiteit. En hoezeer dat onderwerp mij ook boeit, ik weet uit ervaring dat zo'n koekje bij de thee zwaar op de maag kan liggen. Maar zeker na uw mooie woorden, mevrouw Wagenaar, ben ik blij dat ik dat niet heb gedaan.

Er is nog een andere reden waarom ik heb geaarzeld. Want de jury is zo vriendelijk geweest mij persoonlijk allerlei bijzondere kwaliteiten en prestaties toe te dichten. Toch moet u van mij aannemen dat wij, mijn man en ik, ons werk alleen kunnen doen op basis van het Koningschap van mijn schoonmoeder en het gezag dat zij in bijna 32 jaar heeft opgebouwd. Wij zijn deel van haar team. Zonder mijn man en mijn schoonmoeder had ik de laatste tien jaar nooit kunnen doen wat ik heb gedaan. Hun bezieling en hun liefde voor Nederland zijn tien jaar geleden de mijne geworden. Met hun manier van werken hebben zij mij vanaf de allereerste dag een inspirerend voorbeeld gegeven. En hun vertrouwen gaf mij het zelfvertrouwen om op mijn eigen manier invulling te geven aan een heel nieuw leven. Ik ben hen daar allebei zeer dankbaar voor. Dit is ook hun prijs.

Een goed team werkt op basis van onderling vertrouwen en een gezamenlijke richting. Daarbinnen moeten de leden elkaar ruimte geven én steunen, om ervoor te zorgen dat het geheel meer kan worden dan de som der delen. En zo werkt dat ook in het team waarin ik mag functioneren. Ieder brengt zijn eigen karakter, talenten en voorkeuren in, maar wel vanuit een gedeelde taakopvatting. Mijn man heeft die taak ooit treffend samengevat in drie woorden: samenbinden, aanmoedigen en vertegenwoordigen. Mijn persoonlijke ervaring is dat ik - en dat wij - initiatieven kunnen versterken. Dat we een maatschappelijk vliegwiel in beweging kunnen zetten, soms alleen al door zichtbaar aanwezig te zijn en belangstelling te tonen. Persoonlijk vind ik dat het mooiste wat er is: de inspiratie en energie van de mensen die ik in mijn werk ontmoet, door te kunnen geven aan anderen. Maar misschien heeft dat ook wel met mijn achtergrond te maken: wij economen houden nu eenmaal van het multipliereffect.

Een mooi en recent voorbeeld is een project waarbij ik mij ook als moeder van drie aspirant-teamleden nauw betrokken voel. Zeker sinds onze dochters zelf een instrument leren bespelen, heb ik me erover verbaasd hoeveel kinderen die kans niet krijgen. Terwijl muziek zó belangrijk is voor kinderen en zó goed voor hun ontwikkeling en hun gevoel van eigenwaarde. Daarom heb ik vorig jaar bij mijn veertigste verjaardag het initiatief genomen voor het programma 'Kinderen Maken Muziek'. Het doel is eenvoudig: zoveel mogelijk kinderen in Nederland kennis laten maken met een instrument en samen muziek spelen. Er zijn verspreid door het land al verschillende projecten die dat stimuleren en daar doen we met 'Kinderen maken muziek' een flinke schep bovenop. We zijn in mei begonnen en op dit moment zijn er door het hele land al zeker 3000 kinderen die dankzij dit initiatief actief samen muziek maken. En dat is nog maar het begin. U mag best weten: dat raakt mij en daar geniet ik van.

Er is nóg een punt uit het juryrapport waarover ik iets wil zeggen; de verjonging van de monarchie. Ik kan natuurlijk niet ontkennen dat mijn komst naar Nederland in ieder geval drie keer tot verjonging heeft geleid. Maar dat is in ieder geval niet het enige wat de jury bedoelt. Waar het mij om gaat, is dat ook dit aspect niet van één persoon afhangt. Modernisering en verjonging zijn continue processen die zich simpelweg aandienen. In ieders leven, dus ook in het onze. Jonge generaties leren van oudere generaties. En andersom. Mensen groeien mee met elkaar en met ontwikkelingen in de samenleving. Of zoals mijn schoonmoeder ooit heel mooi zei in een tv-interview: 'De verandering is het enige dat constant is.' En ja, soms komt er een plotselinge impuls van buiten, zoals ik tien jaar geleden.

Ik kan het ook anders zeggen. Natuurlijk is continuïteit wezenlijk voor de monarchie. Aangezien verandering de enige constante is, dan is verandering een voorwaarde voor continuïteit. En gelukkig maar! Een heel concreet voorbeeld is het prachtige inhoudelijke werk dat mijn man en ik kunnen doen. Hij op het gebied van water en sanitatie, ik op het terrein van inclusive finance. En wij samen met het Oranjefonds. De ruimte die wij hiervoor krijgen is niet vanzelfsprekend. Mijn schoonmoeder heeft deze ruimte verworven en wij bouwen daarop dankbaar verder. Dat werk past bij ons als persoon en bij onze eigen interesses. Het past in onze rol voor Nederland, omdat wij met ons werk in het buitenland deuren kunnen openen, bijvoorbeeld voor het Nederlandse bedrijfsleven. En het past ook bij de tijd en de omgeving waarin we leven. Want als prinses krijg ik in heel veel situaties aanvankelijk zeker het voordeel van de twijfel. Maar daarna moet je het wel zelf waarmaken, zeker in het buitenland. Als je inhoudelijk niet goed bent en het niet echt is, val je door de mand. Ook als prinses.

Natuurlijk kreeg ik tien jaar geleden van de ene op de andere dag een totaal andere rol. Maar blijkbaar is het u als jury - en hopelijk veel andere mensen ook - opgevallen dat 'prinses zijn' geen rol is die je kunt spelen. Het zijn vooral inhoud en authenticiteit die belangrijk zijn in de relatie met de mensen die ik ontmoet. Die wederkerigheid zit er steeds in.

Wat ik tien jaar geleden als nieuw lid van een bijzondere familie leerde, was dat ik ook als prinses maar beter mezelf kan blijven. Ik werd gestimuleerd om mijn eigen interesses en overtuigingen als basis te nemen om zichtbaar een verschil te maken voor andere mensen. Ik weet niet of 'dicht bij jezelf blijven' ook onder de definitie van 'publieke communicatie' valt. Maar ik ben trots dat voor mijn manier van werken waardering doorklinkt in deze prijs. Een prijs die ik graag deel met mijn man en mijn schoonmoeder.

Dank u wel.