Toespraak van de Prins van Oranje tijdens interactieve bijeenkomst voor duurzame wereld Rio aan de Maas te Rotterdam

Mevrouw de voorzitter, excellenties, dames en heren,

Afgelopen wereldwaterdag, op 22 maart, deden honderden schoolkinderen door heel Nederland proefjes om meer te begrijpen over de wereld van het water. Ze kregen een grote maatbeker met precies 1 liter water. Die beker stelde al het water op onze planeet voor.

Diegenen die mij op diezelfde dag in Wageningen hebben horen spreken, zullen dit verhaal herkennen. Maar ik vertel het met liefde nog een keer. Het is een kinderlijk eenvoudige waarheid, met geweldig complexe gevolgen.

Als eerste stap schenken ze van die liter een heel klein beetje, 30 ml, in een klein bekertje, en gooien ze zout in de resterende 970 ml. 97% van ons water is immers zout water in de zee en oceaan.

Daarna mogen ze van die overgebleven 30 ml 6 ml in een reageerbuisje doen; de overige 24 ml gaan in de diepvries. 80% van onze zoetwatervoorraad zit immers stijf bevroren in ijskappen en gletsjers.
Als derde stap halen ze met een pipetje 1 druppel water uit die reageerbuis, en laten die in een grote lege emmer vallen. Deze ene druppel is het enige deel van het beschikbare zoet water dat niet vervuild of onbereikbaar is!

En het is deze ene druppel waar wij van moeten leven. Met nu 7 en straks 9 miljard mensen. Om te drinken. Om ons voedsel te verbouwen. Om ecosystemen in leven te houden.

En wat voor water geldt, geldt ook voor voedsel en energie. Met een sterk groeiende wereldbevolking is er alleen maar meer van nodig om onze consumptiepatronen bij te benen. Klimaatverandering brengt ondertussen nieuwe onzekerheden met zich mee. We lopen steeds sneller tegen de grenzen aan van wat onze aarde op kan brengen. Maar zonder water, zonder voedsel of energie, is het leven op aarde onmogelijk. Kernvraag is hoe we deze drie levensbronnen in een veranderend klimaat voor de toekomst kunnen veiligstellen.

Het is daarbij essentieel om onze behoeften aan water, voedsel en energie in samenhang te bekijken. Want hoe groter de schaarste, hoe sterker deze samenhang wordt. Voedselzekerheid is onmogelijk zonder waterzekerheid. Waterzekerheid is onmogelijk zonder energiezekerheid. Het zijn drie zijden van een driehoek, met politiek en emotie daar tussenin. En het is dan ook deze samenhang - deze nexus - die centraal zou moeten staan bij het denken over een leefbare toekomst voor onze aarde, bijvoorbeeld straks in Rio.

Het zal u van mij denk ik niet verbazen dat ik bij het kijken naar deze nexus vooral vanuit het water redeneer. Vanuit die ene druppel in die grote emmer. Ik sta hier immers als voorzitter van de adviesraad voor water en sanitatie van de secretaris-generaal van de verenigde naties: UNSGAB.

UNSGAB heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om de millenniumdoelstelling voor water en sanitatie dichterbij te helpen brengen. Maar wij kijken juist ook met een bredere blik naar de wereldwijde watercrisis. Juist ook vanuit die nexusgedachte, waarbij je water, voedsel en energie alleen veilig kunt stellen door er in samenhang naar te kijken. Op die basis zijn wij tot drie kernboodschappen gekomen voor diegenen die straks in Rio en daarna de besluiten zullen moeten nemen.

Onze eerste prioriteit is en blijft universele toegang tot veilig drinkwater en sanitatie. Dit is een erkend mensenrecht! De millenniumdoelstelling om het percentage mensen zonder toegang tot betere drinkwatervoorzieningen te halveren, is haalbaar gebleken; twee miljard mensen hebben in de afgelopen 20 jaar toegang gekregen tot drinkwater, en dat is fantastisch nieuws!

Maar als je iets halveert, houd je natuurlijk altijd nog een andere helft over. Die zal dus ook moeten worden aangesloten. Terwijl we ook nog eens tred moeten blijven houden met de groei van de wereldbevolking. En dan blijft de vraag naar de kwaliteit van dat drinkwater. Er zijn nog minstens een miljard mensen op deze aarde die weliswaar toegang hebben tot drinkwater, maar nog geen toegang hebben tot veilig drinkwater.

En wat voor drinkwater geldt, geldt nog veel sterker voor sanitatie. Daar lopen we echt wanhopig achter. Natuurlijk weet ik dat het voor veel politici een grote stap is om prioriteit te geven aan de aanleg van WC's en riolering als zij de strijd aan willen gaan met watergerelateerde ziektes, maar er bestaat echt geen goedkoper en effectiever medicijn.

Hier in Nederland zijn dorpen waar ze voor de lol wedstrijden doen in het gooien met WC-potten. Ik heb daar op 30 april met een glimlach aan meegedaan, maar niet zonder met enige schaamte te denken aan die ruim 2,6 miljard mensen op deze aarde die niet beschikken over zelfs maar de meest basale infrastructuur om op een waardige manier hun dagelijkse behoefte te kunnen doen.
Universele toegang tot veilig drinkwater en adequate sanitatie is dan ook het logische vervolgdoel voor de internationale gemeenschap. Toen Ban Ki-moon kort geleden zijn prioriteiten voor zijn tweede termijn bekend maakte, committeerde hij zich aan de lancering van een nieuw VN-breed initiatief dat dit mogelijk moet maken. Dit zou een goede basis kunnen zijn voor de ontwikkelingsagenda van na 2015, MDG 2.0. Hierbij moet niet het jaartal centraal staan maar het absolute doel wereldwijd de ontwikkeling te realiseren. Daaraan kan iedere sector weer een realistische datum koppelen.
De tweede kernboodschap van UNSGAB richting Rio gaat over water en voedselzekerheid. Ieder van ons drinkt per dag zo'n 2 tot 4 liter water. Maar om ons dagelijks voedsel te produceren is minstens 3000- tot 5000 liter water nodig! De landbouw gebruikt wereldwijd maar liefst 3 kwart van die hele schaarse zoetwatervoorraad. Een internationaal waterprobleem is doorgaans in de eerste plaats een landbouwprobleem. Een belangrijk deel van de oplossing moet dan ook gevonden worden in de manier waarop wij ons voedsel verbouwen.

De behoefte aan water in de landbouw blijft maar groeien. Er moeten steeds meer monden gevoed worden. Er ontstaan andere voedingspatronen, waar nóg meer water voor nodig is. Voor de productie van één kilo rundvlees is 16 keer zoveel water nodig als voor een kilo tarwe; 16 kuub ten opzichte van één kuub. Als meer mensen zich ontworstelen aan de armoede en meer vlees gaan eten, zal de behoefte aan water dus nog veel verder toenemen. En dan heb ik het nog niet eens over biofuels gehad.

De wereld heeft dorst omdat wij honger hebben. Er is dus geen andere keus: de landbouw moet efficiënter omgaan met water. "More crop per drop".

De derde kenboodschap van UNSGAB raakt nog het meest aan alle drie de zijden van de nexus: de noodzaak van een revolutie in onze omgang met afvalwater. In het grootste deel van de wereld wordt momenteel maar een fractie van het afvalwater behandeld. En nog veel minder wordt hergebruikt. We onttrekken enorme hoeveelheden water aan rivieren, meren en grondwater, en laten het vol met industrieel, huishoudelijk en landbouwafval weer terugstromen in het ecosysteem. Dit gaat zo niet langer.

Het is van essentieel belang de hoeveelheid afval die terechtkomt in het water te verminderen. Bijvoorbeeld door over te schakelen op schonere productiemethoden in de landbouw en industrie. Daarnaast is het ook cruciaal dat we het beheer van afvalwater verbeteren. Zo kunnen we immers de volksgezondheid beschermen, bruisende steden bouwen en de bedreiging van kwetsbare ecosystemen verminderen.

Ik heb het al vaak gezegd: There is no such thing as waste water; only water wasted. Afvalwater, wat we dus eigenlijk niet meer zo zouden mogen noemen, is de grondstof voor een volgend proces. In de landbouw of energiewinning bijvoorbeeld. Als zodanig verdient afvalwater alle aandacht van politici, wetenschappers en het bedrijfsleven. Het is een probleem dat een oplossing kan worden.

Dames en heren,

Dat is het soort revoluties waar UNSGAB naar streeft: gelijktijdig en in samenhang inzetten op water, voedsel en energie, en winst boeken op alle drie de fronten!

Dat veronderstelt nogal wat. En dat in een tijd waar we zeker ook in Europa nog een paar andere problemen op ons bordje hebben liggen. Eenvoudige oplossingen zijn niet voorhanden, dus we zullen extreem creatief moeten zijn en steeds meer nieuwe verbindingen moeten leggen. Tussen economische ontwikkeling en een schone leefomgeving. Tussen voedselveiligheid en waterbeheer. Tussen energieveiligheid en energiebesparing. Tussen welvaart en welzijn.

En het gaat natuurlijk om pure politieke wil. Rio+20 gaat over de vergroening van de wereldeconomie en de kwaliteit van leven van toekomstige generaties. Als we die uit onze handen laten vallen, dan zullen we nog veel meer grotere problemen hebben dan ' alleen maar' de huidige financieel-economische en schuldencrisis.

Het is dan ook heel belangrijk dat politici er niet alleen voor staan. Maar dat bedrijven, NGO's, kennisinstellingen en scholen ook de handschoen oppakken. Door mee te denken en door te proberen in de praktijk gestalte te geven aan duurzame ontwikkeling. In Nederland zit zo'n holistische benadering natuurlijk wel een beetje in ons DNA, en het Nationaal Platform Rio +20 is dan ook een prachtig voorbeeld van hoe het kan. En hoe het moet. Want als het gaat om water, voedsel en energie kunnen we ons geen tweede kans veroorloven.

Dames en heren,

Terug naar die ene druppel in die emmer in die Nederlandse schoolklas. Wij proberen steeds weer opnieuw aandacht te vragen voor die ene druppel. Voor het feit dat het deze ene druppel is, vaak opgenomen in een voedselproduct, die het leven op aarde mogelijk maakt. Met steeds meer mensen en steeds meer onzekerheden wordt die ene druppel niet groter. Je zal dus eerlijker moeten delen om te zorgen dat iedereen zijn deel krijgt. Je zal andere manieren moeten vinden om voldoende voedsel te produceren met minder water. En je zal moeten zorgen dat je dat water niet vervuilt, maar juist hergebruikt.

Voor Nederlandse schoolkinderen stonden deze conclusies op wereldwaterdag al snel als een paal boven water. Voor UNSGAB zijn het onze drie kernboodschappen richting Rio, of dat nu de Janeiro is of hier aan de Maas. Het is aan U om hier nu wereldwijd werk van te maken!

Ik wens u heel veel succes vandaag.