Toespraak van Koning Willem-Alexander ter gelegenheid van de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst, Amsterdam

Voorzitter, leden van de jury, Dames en Heren,

Hengelo.
Breda.
Tampere in Finland.
Kamishli in Syrië.

Het zijn de plaatsen waar de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2015 zijn geboren.

Onze Nederlandse schilderkunst heeft vele culturen verrijkt. Maar is ook schatplichtig aan vele culturen.

Talloze Nederlandse schilders hebben een belangrijk deel van hun werkzame leven in het buitenland doorgebracht. Van Gogh, Alma Tadema, Mondriaan, Corneille, De Kooning… de lijst is lang.
Het is mooi om te zien dat op hun beurt veel talenten van wie de wieg buiten Nederland stond, in Nederland hun vleugels uitslaan. En met succes meedingen naar de Koninklijke Prijs!

Schilderkunst kent geen grenzen. Schilders halen hun inspiratie overal vandaan. Ze beïnvloeden elkaar, leren van elkaar, reageren op elkaar, stelen van elkaar. Dat is al zo sinds de Middeleeuwen.

Ervaringen uit verre streken kunnen in de Hollandse klei uitstekend wortel schieten en vrucht dragen.

Dat blijkt ook uit de geschiedenis van de Koninklijke Prijs.

De allereerste winnaar van de Koninklijke Prijs in 1871 - 'winterschilder' Louis Apol,- voer op de schoener Willem Barents mee met een expeditie naar Nova Zembla.
De indrukken die hij dáár opdeed, boden hem de rest van zijn leven stof voor zijn 'typisch Hollandse' winterlandschappen.

De artistieke geest waait waarheen hij wil. Wie een glazen koepel zet over de kunst, haalt de zuurstof weg. Dan dooft de vlam.

Hier, in het Koninklijk Paleis Amsterdam, presenteren vandaag 24 jonge schilders zich met hun werk. Onder hen vier winnaars die sterk van elkaar verschillen. Samen laten zij een grote verscheidenheid zien in techniek, materiaalkeuze, thematiek en motivatie. Ze bieden ons een venster op hún wereld. En ze zijn trots op hun culturele achtergrond, of ze nu oorspronkelijk uit Nederland, uit Finland of uit Syrië komen.

Syrië - een land waarin weerloos erfgoed momenteel ernstig wordt bedreigd - is in ons land in cultureel opzicht misschien minder bekend.
Des te waardevoller dat we vandaag een jonge kunstenaar in ons midden hebben die de traditie koestert en verder draagt.

Rond de uitreiking van de Koninklijke Prijs komt altijd weer het vraagstuk op van de relevantie van de kunst in de huidige tijd.

Wie alleen al kijkt naar de publieke belangstelling, twijfelt niet aan die relevantie. De ruim 70 kunstmusea in Nederland krijgen per jaar samen zo'n 9,5 miljoen bezoeken. Dat is ruim 2 miljoen méér dan het aantal bezoeken aan het betaald voetbal in Nederland.

Dat kan natuurlijk aan de kwaliteit daarvan liggen…. Maar zelfs met de moeilijke periode die het Nederlandse voetbal momenteel doormaakt, zullen weinigen deze activiteit irrelevant noemen, denk ik.

Ik wil de juryleden onder voorzitterschap van de Heer Tempel graag hartelijk bedanken voor hun werk.
U heeft gewikt en gewogen en uit 225 inzendingen een zorgvuldige keuze gemaakt.

Met U allemaal verheug ik me zeer op de rondgang langs de werken straks en de ontmoeting met de geselecteerde kunstenaars.
De voordracht van de jury voor de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2015 neem ik met plezier over. Alle vier de kunstenaars nodigen ons uit in hun persoonlijke wereld.

De beekdalen rond Hengelo.
De bossen bij Breda.
De Finse meren rond Tampere.
En ook de Eufraat en de Tigris.

Ze zijn niet zichtbaar. Maar ergens - heel zachtjes op de achtergrond - ruisen ze vanmiddag mee.

Alle vier de winnaars feliciteer ik van ganser harte.
Ik stel hen graag nogmaals aan U voor:

Rabi Koria
Joost Krijnen
Lennart Lahuis
Jouni Toni