Toespraak Koning Willem-Alexander bij uitreiking Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2016, Amsterdam

Dames en heren,

Dank U wel Meneer Tempel voor Uw toelichting als voorzitter van de jury van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst. Het is fantastisch dat een prijs die al bijna anderhalve eeuw bestaat nog steeds zoveel energie losmaakt. 243 jonge schilders meldden zich aan. Dat zijn er meer dan in 2015.

De juryvoorzitter heeft een dappere poging gedaan om de stand van onze schilderkunst anno 2016 te schetsen. Geen eenvoudige taak.

Kunstenaars ontworstelen zich telkens weer aan de duidingen die kunstkenners aan hun werk geven. Het is een soort kat-en-muis-spel.

Zodra een stroming is uitgevonden, zodra een ordening is aangebracht, een etiket bedacht of een generatie gedefinieerd, glipt de kunstenaar uit het keurslijf, op zoek naar nieuwe vrije ruimte. Kunst verdraagt geen conclusies. Kunstenaars laten hun werk liever niet in een net van woorden vangen.

De 24 jonge schilders die we vandaag in ons midden hebben, onder wie de vier winnaars van de Koninklijke Prijs, illustreren dat. Zij zijn allen op zoek. Op zoek naar hun persoonlijke verhouding tot de werkelijkheid. Op zoek naar de grenzen van de schilderkunst. Op zoek naar een eigen beeldtaal. Op zoek naar zichzelf.

Dat is niet kenmerkend voor jonge schilders trouwens. De meesten blijven hun leven lang nieuw terrein verkennen.

Van ons als kijkers vraagt dat voortdurende alertheid. We willen zo graag greep krijgen op wat we zien. Maar de schilders die hier hun werk tonen, zijn niet uit op een blik van herkenning. Ze willen ons niet op ons gemak stellen, maar brengen ons liever een beetje uit ons evenwicht. Niet alleen met hun werk, maar soms ook met hun presentatie.

Ik heb daar zelf een concrete ervaring mee, met een van de winnaars van vandaag: Bart Kok. Drie jaar geleden waren wij samen in Leeuwarden. Daar mocht ik het nieuwe gecombineerde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden openen. Bart Kok had voor de gelegenheid een groot graffiti-kunstwerk gemaakt. De openingshandeling bestond eruit dat ik dat moest ‘afmaken’ door er met een oranje spuitbus mijn initialen op te zetten. Een origineel idee!

Onze jonge schilder kwam het podium op en schudde demonstratief met de spuitbus. Hij keek me een beetje peilend aan en vroeg:

“Heeft U wel eens gespoten?”

Kijk, dat soort situaties maak je niet iedere dag mee, en zeker niet bij een gerechtshof. Ik ben dan ook heel benieuwd wat me vandaag te wachten staat. Een van zijn winnende werken heet ‘Borderline’, dus dat belooft wat!

De vier winnaars van de Koninklijke Prijs 2016 laten zien dat kunst geen grenzen kent.
Een Zuid-Limburgse die studeerde in Düsseldorf.
Een in Lochem geboren schilder die zijn opleiding volgde in Antwerpen.
Een in Teheran geboren kunstenaar die studeerde in Enschede.
En een Brits talent dat zich verder ontwikkelde in Amsterdam. In de kunst doen we niet aan Brexit.

Afgaand op de introductie van de Heer Tempel, mogen we ons verheugen op een spannende editie, waarin ons idee van wat schilderkunst is op losse schroeven wordt gezet. Een van de winnaars – Mike Pratt - verkent zelfs heel expliciet de verhouding tussen schilderkunst en plastiek. Hij laat zien dat een schilderij niet per definitie een plat vlak is dat aan een haakje aan de muur hangt.

Het is waardevol dat kunstenaars in volle vrijheid verbinding en vernieuwing blijven zoeken. In een wereld die maar al te vaak denkt in hokjes, hekjes en hinderpalen, zijn kunstenaars vrije vogels die op de wind van hun inspiratie over muren heen vliegen. Ik verheug me op een nadere kennismaking met alle genomineerde schilders en hun werk.

De juryleden wil ik graag hartelijk bedanken voor hun inzet. Uw voordracht neem ik met heel veel plezier over.

Mijn hartelijke gelukwensen aan de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2016. Ik stel hen graag nogmaals aan U voor:

Bart Kok
Mike Pratt
Tanja Ritterbex
Sam Samiee