Toespraak van Koning Willem-Alexander bij de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2023 in het Koninklijk Paleis Amsterdam


Dames en heren,

Hartelijk welkom in het Koninklijk Paleis Amsterdam. 

Het hart van dit Paleis is zoals ieder jaar weer voor enkele weken getransformeerd tot een tempel van de hedendaagse beeldende kunst. 

Wie wil zien welke jonge kunstenaars zich op dit moment in Nederland onderscheiden, krijgt hier een fantastisch overzicht van de stand van zaken.

Dat hebben we te danken aan de deskundige jury, dit jaar voor het eerst onder úw voorzitterschap, mevrouw Westen. Dank u wel dat u de fakkel heeft overgenomen van mevrouw Van den Bosch. Met uw hulp zetten we een bijzondere traditie van 152 jaar – en vijf Oranjegeneraties - voort.

Een traditie die springlevend is, als ik kijk naar de belangstelling vanuit de jonge kunstenaars zelf. Dit jaar 495 inzenders. 

Drie procent van hen heeft het gered tot de wanden van het Paleis. Wat ik zo mooi vind, is dat degenen die afvallen, zich daardoor niet laten ontmoedigen. Velen proberen het een jaar later met nieuw werk opnieuw. En daarna nog eens en nog eens. En dan lukt het vaak toch. 

Zo is de Koninklijke Prijs méér dan een momentopname. Hij is ook een stimulans voor artistieke ontwikkeling. Een aansporing om dóór te gaan. 

En daar komt nog iets bij. De Koninklijk Prijs verbindt mensen die in de kunstwereld soms in gescheiden circuits verkeren: de wereld van de academies en de wereld van de autodidacten. Hier op het Paleis is iedereen welkom en iedereen wordt op eigen merites beoordeeld. Dat is verfrissend en het leidt – hoop ik – ook tot nieuwe ontmoetingen en ervaringen.

In haar rapport signaleert de jury een trend onder jonge kunstenaars om zich te richten op het gewone leven en op onderwerpen die dicht bij henzelf staan. 

Méér figuratie en minder abstractie. 

Deze vermeende tegenstelling houdt de beeldende kunst al meer dan een eeuw in haar greep en blijkbaar is het een slingerbeweging. Ik laat het veiligheidshalve aan de deskundigen over om dit te duiden. 
In ieder geval maken jonge kunstenaars hun eigen keuzes en komen verschuivingen van onderop. En dat is een goede zaak.

Onze drie winnaars geven alle drie uiting aan hun persoonlijke ervaringen. Hun vertrekpunt ligt dicht bij huis. En dat maakt hun werken doorleefd en authentiek.

Bobbi Essers is gefascineerd door haar vriendenkring. Vriendschap is een van de allermooiste dingen in het leven en het is eigenlijk vreemd dat zo weinig kunstenaars zich eraan wagen om dit te verbeelden. 
Het lijkt ook bijna onmogelijk. Wat je deelt met je vrienden is immers niet vast te pakken, het is een gevoel van vertrouwdheid, een onzichtbare verbondenheid.

En toch durft Bobbi Essers het aan. Zij viert de vriendschap met verf. Heel intiem en eerlijk. 

Na haar afstuderen in 2022 had Bobbi Essers twee dromen: in een museum hangen en kunnen leven van haar kunst. Dat gaat lekker, want na een jaar hangt ze zelfs al in een Paleis!
Onze tweede winnaar, Ricardo van Eyk, is eveneens gefascineerd door zijn directe omgeving. Maar op een compleet andere manier. Bij hem geen intimiteit en lichamelijkheid. Maar juist de rauwe werkelijkheid van verloren plekken in de openbare ruimte. 

U en ik lopen er gedachteloos langs. Maar Ricardo ziet er een hele wereld in. Schilferende muren. Bouwsteigers met netten. Verlaten spoorrails. Ze prikkelen zijn verbeelding.

Zijn winnende werken zijn geïnspireerd op de roestvrijstalen platen waarmee de klapdeuren van distributiecentra zijn versterkt. Iedereen stoot ertegenaan en ze zitten onder de butsen en krassen. Je hebt het oog van een kunstenaar nodig om daar het mooie van in te zien. Verweerde platen worden betoverde spiegels die het Paleis laten flonkeren.

Onze derde winnaar is Thierry Oussou. Hij is gefascineerd door een materiaal dat ons allemaal letterlijk dicht op de huid zit: katoen. 
En dan met name de productie daarvan, en het zware werk van de katoenarbeiders in zijn land van herkomst: Benin. Zijn werk is een eerbetoon aan hen en ook een pleidooi voor goede arbeidsomstandigheden en een faire beloning.

In zijn schilderijen slaat Thierry Oussou een brug tussen Afrika en Europa en zeker ook met Nederland. Toen hij in 2015 naar Amsterdam kwam, ontdekte hij de Cobra-beweging en hij voelde meteen een diepe verwantschap. 

Die invloed is ook in zijn winnende werken van vandaag goed terug te zien. Misschien iets om over na te denken voor degenen die menen dat Cobra passé is…

Ik wil de leden van de jury hartelijk danken voor hun gepassioneerde inzet. Voor twee van hen is dit de laatste keer. Heel veel dank aan Heske ten Cate en Maaike Schoorel voor al het werk in de afgelopen jaren.

Dan is het nu de hoogste tijd om de winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2023 een podium te geven. Ik nodig hen graag uit naar voren te komen:

Bobbi Essers
Ricardo van Eyk
Thierry Oussou