Toespraak Prinses Laurentien bij startbijeenkomst 'Actieplan Alfabetisering Autochtone Nederlanders', Felix Meritis, Amsterdam

Het is mij een groot genoegen hier wederom bij u te zijn tijdens de Week van het Leren, een initiatief dat ik van harte steun. Eén jaar geleden, op het symposium 'Alfabetisering in Beeld', heb ik u verteld over mijn persoonlijke ervaringen met alfabetiseringsonderwijs en de bewonderenswaardige inzet van hen die de moeilijke drempel nemen om te leren lezen en schrijven. Ik blijf diep onder de indruk als mensen vertellen over hoeveel plezieriger, hoe mooier hun wereld is geworden omdat zij leerden lezen, schrijven en rekenen. Het afgelopen jaar heb ik mij verder verdiept in de problematiek rondom alfabetisering en zodoende met groot plezier samengewerkt met verschillenden van u. Vandaag wil ik het thema verbreden naar de maatschappelijke aandacht die het zo verdient. Alfabetisering blijft een onderbelicht thema - ondanks een aantal goede initiatieven en de inzet van velen van u die op dit gebied werkzaam zijn. Maar de persoonlijke en maatschappelijke omvang en ingrijpendheid van dit probleem, vraagt om een nog urgentere aanpak. Daarvoor zijn verschillende redenen. Ten eerste, de aantallen spreken voor zich, zoals Mevrouw Nijs al aangaf. Zij kunnen niet vaak genoeg worden genoemd....zo'n 250.000 analfabeten, en rond de 1,3 miljoen mensen die onvoldoende kunnen lezen, schrijven en rekenen om volwaardig te functioneren in onze samenleving. Stelt u zich eens voor: ruim anderhalf miljoen analfabete en functioneel ongeletterde autochtonen en allochtonen .... dit is evenveel als de bevolkingen van Amsterdam, Den Haag en Utrecht samen. U zult het met mij eens zijn dat dit voor een welvarend land als Nederland onacceptabel is! Een tweede reden waarom het zo belangrijk is om dit probleem nu aan te pakken is dat wij in een post-industriële maatschappij leven waarin kennis en informatiestromen centraal staan. Dit is door de nieuwe media in de laatste 10 jaar alleen nog maar versterkt. Kenmerkend voor onze kennissamenleving is dat er van mensen continu wordt verwacht informatie te vergaren, te verwerken en deze dan door te geven.
Dit vergt dus van iedere Nederlandse burger een aantal elementaire vaardigheden op het gebied van 'omgaan met geschreven en gedrukte informatie' - of dat nu een folder bij het postkantoor is, de krant of informatie op het internet. Taalvaardigheid is een basisvoorwaarde om aan deze kennissamenleving deel te nemen. Anderhalf miljoen analfabeten en functioneel ongeletterden wil dus zeggen dat 10 procent van de Nederlandse bevolking niet volledig kan meedraaien in onze samenleving. Deze mensen kunnen hun mogelijkheden niet volop ontplooien, hun talenten niet ten volle benutten. Zo worden zij in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid en hun economische mogelijkheden belemmerd en achtergesteld. Dit geldt zowel voor omgang met familie en vrienden als op hun werk. Daarnaast is taal - in gesproken en geschreven vorm - essentieel om elkaar te kunnen verstaan: en dan bedoel ik 'verstaan' naar de Vlaamse betekenis: elkaar begrijpen. Taal is dus ook een brug tussen mensen, tussen culturen. Het bestrijden van analfabetisme is dus essentieel om een open en eerlijker maatschappij te creëren waarin iedereen gelijke kansen heeft. Ten derde raakt alfabetisering een ander belangrijke karakteristiek van onze samenleving die sinds enkele tientallen jaren verrijkt wordt met nieuwkomers uit vele delen van de wereld. Pas als je de taal kunt lezen en schrijven kan je je zelfstandig staande houden in de maatschappij. Dus ook voor integratie van allochtonen is beheersing van het geschreven Nederlands van wezenlijk belang. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar dit geldt ook voor autochtone Nederlanders. Dit is een groep die vaak over het hoofd wordt gezien omdat wij in het rijke Nederland er eigenlijk van uitgaan dat analfabetisme onder de autochtone bevolking niet voorkomt. Het is de taak van iedere ontwikkelde maatschappij om deze vorm van economische en sociale uitsluiting te voorkomen. Ik doe dan ook een beroep op alle betrokkenen om alfabetiseringsinitiatieven te ontwikkelen voor zowel mensen die werken als niet werken. Nederland staat in deze problematiek niet alleen en zou in het kader van de Europese campagne rond 'a life long learning', projecten moeten ontwikkelen. Ook zouden wij moeten bekijken hoe wij internationaal het beste van elkaar kunnen leren - bijvoorbeeld door uitwisseling van 'best practices'. Ik ben zeer verheugd dat in 2002 middelen werden vrijgemaakt door de overheid voor de ontwikkeling en uitvoering van een Landelijk Actieplan Alfabetisering Autochtonen, dat vandaag officieel van start gaat. Zoals u weet maakt het actieplan onderscheid tussen een publiciteitscampagne dit jaar en een meerjarenplan voor de komende vier jaar. Dit onderscheid geeft naar mijn mening terecht aan dat een aanpak ter bestrijding van het analfabetisme een kwestie is van lange adem. Maar nogmaals, wij moeten nú aan de slag en moeten dat sámen doen. Een paar maanden geleden had ik de eer om diploma's uit te reiken aan de eerste 10 Alfabetiserings Ambassadeurs in Nederland. Dit initiatief is een uitstekend voorbeeld van een project waarbij gemeente, Regionaal Opleidings Centrum, welzijnsinstelling en andere belangengroepen goed samenwerkten. Zo zijn er meer kleinschalige, multidisciplinaire projecten die landelijk of regionaal vervolg verdienen. Naast overheden steunen dit soort projecten ook op de belangrijke inzet van vrijwilligers. Het Landelijk Actieplan geeft aan dat er de komende jaren binnen gemeenten een toenemend aanbod van alfabetiseringcursussen voor autochtonen wordt verwacht. Het thema 'Alfabetisering Autochtonen' moet dan ook terugkomen op regionaal en gemeentelijk niveau - zowel wat betreft de uitwisseling van ervaring, als in verband met de inkoop van onderwijsuren. Natuurlijk blijft scholing van anderstaligen ook belangrijk, maar alfabetiseringsscholing van autochtone Nederlanders is van even groot belang. Voor hen moet een grotere inspanning geleverd worden. Het is niet een kwestie van of...of, maar èn..èn. Vooruitlopend op een toename van cursistenaantallen, zullen er verschillende stappen moeten worden ondernomen om alfabetiseringsonderwijs aantrekkelijk, modern en resultaatgericht te maken. Met de individuele behoeftes van cursisten moet rekening worden gehouden. Leraren zullen moeten worden opgeleid. En ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk goed en inspirerend leermateriaal is. Het gaat hier om een complexe groep - deze extra dimensie van dit onderwijs vergt dus extra aandacht en publieke en private middelen. Daarnaast hoop ik ten zeerste dat u zowel op landelijk niveau als op regionaal/locaal niveau de handen ineen zult slaan voor een meer integrale benadering van alfabetisering. Immers, werving, toeleiding en opleiding dienen niet los van elkaar, maar in goede samenhang ontwikkeld te worden. Het Landelijk Actieplan Alfabetisering Autochtonen geeft een kader om in te werken. Volgend jaar september zouden de eerste contouren voor deze hernieuwde aandacht rond alfabetisering zichtbaar moeten zijn in aantallen cursisten en in erkenning en positionering van het probleem binnen het bedrijfsleven en de publieke sector. Wij zouden de moed moeten hebben om aan het Actieplan ook kwantitatieve doelstellingen te verbinden. De kosten van het ontwrichtende effect op onze samenleving van een schrikbarend grote groep minder geletterde autochtonen rechtvaardigen ruimschoots de investeringen die wij nu zouden moeten maken. Laat deze bijeenkomst ons allen inspireren om een duurzaam offensief tegen analfabetisme te starten in het kader van het Landelijk Actieplan. Wij zullen daadwerkelijk moeten samenwerken om ongeletterden in hun privé - en werkende leven nieuwe mogelijkheden te bieden en om de maatschappelijke gevolgen van ongeletterdheid aan te pakken. Dit gezegd hebbende, is aan mij nu de eer om het beeldmerk te onthullen dat op alle communicatie initiatieven van het Landelijk Actieplan zal komen.