Toespraak door Prinses Laurentien ter gelegenheid van de start viering 100-jarig bestaan Christelijk Gymnasium Sorghvliet, Den Haag

Mijnheer de Burgemeester, leraren en leerlingen en vrienden van Sorghvliet,

25 jaar geleden sprak ik deze school ook toe. Het was 1 april. Via de intercom in de rector's kamer heb ik, trillend van de zenuwen omdat het natuurlijk niet helemaal de bedoeling was dat ik daar stond, mijn mede-scholieren opgeroepen om in de kleine pauze de school zo snel mogelijk te verlaten. Er zou een spoedvergadering plaatsvinden tussen de leraren en het leerlingenbestuur - waar ik ook deel van uitmaakte. Tot mijn grote verbazing verliet iedereen inderdaad om 10 over 10 het gebouw... het resultaat van deze geslaagde 1 april grap: een hele dag buitenspelen, ouders met gemengde gevoelens en voor mij twee weken straf na school. Ik hoop dat mij dit vandaag bespaard blijft, én dat u na mijn verhaal deze mooie kerk niet metéén verlaat...

De tijd vertekent misschien mijn beeld, maar ik herinner mij Sorghvliet als een veilige omgeving waar ik met plezier naar toe ging. Leraren en leerlingen hadden een goede band - ik vind het dan ook fantastisch dat ik een aantal van u vandaag weer zie. Er waren strenge regels die met menselijkheid werden toegepast. Wij wisten precies waar wij aan toe waren.

Terugkijkend ben ik vooral dankbaar voor de kennis, kansen en vaardigheden die mijn schooltijd mij heeft gegeven, onderbouwd en aangevuld door de waarden die ik van mijn ouders heb meegekregen. Juist dankzij deze basis heb ik mijn pad gevonden, in verre landen en in eigen land, zowel persoonlijk als professioneel.

Wij kunnen het niet voor lief nemen dat mensen, jong en oud, de kansen krijgen om basisvaardigheden te verwerven. Dit geldt voor alle landen, ongeacht hun niveau van ontwikkeling. Stelt u zich voor: in ons land kunnen anderhalf miljoen volwassenen niet genoeg lezen, schrijven of rekenen om volledig zelfstandig te kunnen meedoen aan onze samenleving. Uit schaamte verbergen velen dit en denken dat zij de enige zijn met hun probleem. Dit voedt het taboe dat er in mijn ogen helaas nog steeds bestaat rondom laaggeletterdheid. Ik kom hier op terug.

Het gaat dieper dan kunnen lezen, schrijven en rekenen. Dat ben ik gaan begrijpen nadat ik voor de eerste keer de certificaten uitreikte aan Alfabetiseringsambassadeurs - volwassenen die op hun 30e, 40e of pas 60e hebben leren lezen en schrijven, én een cursus hebben gedaan om anderen aan te moedigen ook weer naar school te gaan. De emotie tijdens de uitreiking was overweldigend - ook voor mij. Door gesprekken met deze mensen ben ik mij gaan realiseren waarom. Het was de eerste keer in hun leven dat zij op een podium stonden, dat zij een bloemetje kregen en dat zij te horen kregen: je bent geweldig. Velen van hen waren opgegroeid met het gevoel dat ze er niet toe deden. Dat ze dom waren.. Dat staat zoveel in de weg. Meedoen in de samenleving klinkt mooi, maar dan moet je wel vinden dat je het waard bent om mee te doen.

Natuurlijk is het ook aan mensen zelf om iets aan een taalachterstand te doen. Maar door de grote aantallen raakt het niet alleen bepaalde groepen maar de hele samenleving: een kwart van de kinderen verlaat met een leesachterstand van twee jaar de basisschool; het gaat om mannen en vrouwen, werkenden en niet werkenden. En het gaat om één miljoen mensen die hier zijn geboren en getogen en 500 000 mensen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen. Deze cijfers zijn voor velen nog steeds een ongemakkelijke waarheid..

Onbegrijpelijk natuurlijk, want het gaat hier om volwassen burgers en kinderen die het Nederland van de toekomst helpen vormgeven. Laaggeletterdheid is dus een uitdaging voor de hele samenleving die wij samen moeten oplossen. Dat hebben zelf in de hand.

De urgentie om dit te doen wordt steeds groter, want de wereld waarin wij leven wordt groter, digitaler en complexer. Dit verandert de eisen die de maatschappij aan ons stelt. Het geschreven woord staat vaak centraal en wij kunnen alleen nog actief meedoen door het maken van de juiste verbindingen en met de juiste kennis en vaardigheden. De mate waarin mensen hiermee toegerust zijn, bepaalt dan weer hoe duurzaam, gezond en rendabel een samenleving is.

Juist tegen deze achtergrond vind ik het geweldig dat Sorghvliet er voor heeft gekozen dit feestlijke lustrumjaar geen doel op zich te laten zijn. U start twee bijzondere initiatieven rondom laaggeletterdheid die ook na dit lustrumjaar zullen doorlopen. Ik noem ze kort.

Eerst het project "Voorleespubers": Jullie leerlingen gaan voorlezen op basisscholen, beginnend tijdens dit lustrumjaar en daarna als vaste invulling van de maatschappelijke stages. Geweldig. Dankzij dit initiatief levert Sorghvliet een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van laaggeletterdheid. Want deskundigen hebben aangetoond dat een uur meer lezen per week op school veel leesproblemen onder kinderen kan oplossen...

Daarnaast gaat u geld inzamelen voor het project De Wereld Leest van Stichting Biblionef. Dankzij uw inzet en energie zal een jeugdbibliotheek in Zuid-Afrika worden gevuld met zo'n 1600 boeken. Hiermee geeft u kinderen in Zuid-Afrika meer kansen om beter onderwijs te krijgen. En zoals Nelson Mandela ooit zei: education is the most powerful weapon that you can use to change the world.

Er is nog een andere reden waarom het zo toepasselijk is dat u en jullie voor alfabetiseringsprojecten hebben gekozen. Deze wil ik u niet onthouden. Het gaat over de Thesaurus Linguae Latinae - u allen bekend. (Ik moet toegeven dat ik deze niet van A tot Z heb gelezen...). Het is het alles omvattende woordenboek van de Latijnse taal. Het is heel uitzonderlijk, heb ik mij laten vertellen, dat een woord aan de aandacht is ontsnapt, en dus niet in de Thesaurus voorkomt. En laat dit nu juist het woord "inalphabetus" zijn! En dat terwijl wij ook weten dat het wel degelijk in de Oudheid voorkwam, bijvoorbeeld in de Regula Magistri van rond 510, wat een belangrijke bron was voor de Kloosterregel van Benedictus. Evenzo belangrijk is natuurlijk dat het woord geletterd - litteratus - er wel in voorkomt. Want uiteindelijk is het glas altijd half vol, niet half leeg...

Om mij enigszins te houden aan de uitspraak vir sapit qui pauca loquitor (een wijs mens spreekt weinig), sluit ik af, en wel met twee gedachten: sta erbij stil dat niet iedereen dezelfde rugzak heeft meegekregen en wat dat met mensen doet. Iedereen verdient een eerste, tweede en ja, nog een kans. En de tweede gedachte: ik ben niet oud en grijs genoeg om jullie wijsheden mee te geven, maar ik hoop dat jullie dankzij mijn verhaal ook stilstaan, al is het maar heel even, bij de mooie kansen die jullie krijgen op een school als Sorghvliet. Grijp die kansen met beide handen. Veel kinderen over de hele wereld zouden graag met jullie ruilen!

En voor nu, wens ik u en jullie een feestelijk en inspirerend lustrumjaar.

Dank u wel.

Zie voor meer informatie het persbericht van 26 september 2008