Toespraak van Koning Willem-Alexander, Nieuwjaarsontvangst Nederlandse gasten, Koninklijk Paleis Amsterdam


Dames en heren,

Hartelijk welkom in het Koninklijk Paleis Amsterdam! 

Het is alweer drie jaar geleden dat we elkaar voor het laatst hier in de Burgerzaal ontmoetten aan het begin van het nieuwe jaar. Wat een plezier u weer als vanouds te kunnen begroeten!

De coronapandemie heeft diepe sporen achtergelaten in onze samenleving en ook in het persoonlijk leven van velen van u. Hoewel de risico’s beslist nog niet weg zijn, is de acute dreiging gelukkig voorbij. We hebben onze vrijheid terug om elkaar te ontmoeten waar we willen en wanneer we willen. 

Dit is te danken aan de onvermoeibare inzet van heel veel mensen, onder wie velen die hier aanwezig zijn. Zij hebben daarvoor lang niet altijd de waardering gekregen die zij verdienen. 
Soms oogstten zij zelfs onbegrip en agressie. Maar dankzij hen allen staan wij hier vandaag, behouden en wel. Daarom zeg ik van ganser harte: heel veel dank!

In die dank betrek ik nadrukkelijk ook het Caribisch deel van het Koninkrijk. Wij kijken reikhalzend uit naar het bezoek dat we over tien dagen gaan brengen aan Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Een reis die we maken samen met onze oudste dochter. 

We verheugen ons erop haar te introduceren en samen met haar te ervaren wat ieder eiland zo bijzonder maakt en wat ons – met alle verschillen die er zijn – blijft verbinden. 

Wat de coronatijd heeft aangetoond, is dat onze samenleving heel veel turbulentie aankan. We hebben butsen en builen opgelopen en er zijn zeker lessen te trekken voor de toekomst. Maar we zijn er wél samen doorheen gekomen.

Het besef dat we samen een krachtproef hebben doorstaan, ebt snel weg. En dat is jammer. We doen onszelf tekort als we alles alleen maar door een donkere bril bekijken. 

Zonder collectief zelfvertrouwen zijn we nergens. Juist nú. Want we staan aan het begin van een jaar waarin ingrijpende keuzes onvermijdelijk zijn. 

U bent bijna allemaal nauw betrokken bij een of meer van de fundamentele vraagstukken waarmee we kampen, nationaal en internationaal. 
De oorlog in Oekraïne komt dan het eerst in mijn gedachten. Deze winter en ook de winter hierna blijven de Oekraïners onze steun broodnodig hebben. Het komt er echt op aan: blijven we solidair, oók als het in eigen land pijn gaat doen? Oók als het jaren gaat duren? We zullen steeds sterker gaan voelen dat het helpen van degenen die offers brengen voor de vrijheid, ook offers vergt van ons.

Hiermee verbonden is de urgente omschakeling naar een duurzame energiehuishouding, het afkicken van onze verslaving aan fossiele brandstoffen. 
We kunnen de klimaatverandering niet stoppen. We kunnen – en moeten – wél het uiterste doen om de zaak niet erger te maken en de gevolgen beheersbaar te houden, samen met onze internationale partners.

In eigen land zijn er doorbraken nodig om te zorgen dat we hier kunnen blijven ademen, bewegen, bouwen, werken en leven. Dat gaat gepaard met keuzes die pijn kunnen doen. Met moeilijke afwegingen tussen vaak botsende belangen. Ik denk aan de natuur, de landbouw en de industrie. 

Ik wens iedereen die hierbij betrokken is de moed toe om open te staan voor het bredere verhaal. En dat is dat we het in ons kleine, dichtbevolkte land samen moeten rooien. Zonder onderling begrip en de wil tot samenwerking loopt alles vast.

Hoe belangrijk dit is, zien we bij de aanpak van het woningtekort. Veel woningzoekenden kunnen niets betaalbaars vinden dat past bij hun behoeften. Ze zitten klem. Schaarse ruimte, lange procedures, gebrek aan vakmensen, hoge kosten; het speelt allemaal een rol. 

We hebben sterke verbindingen nodig om uit deze impasse te komen. Als symbool daarvan, heb ik vandaag dertig mensen uitgenodigd uit de wereld van bouwen en wonen. Vertegenwoordigers van bouwbedrijven, woningcorporaties, huurders en kopers. Architecten, technische vakmensen, ontwikkelaars en projectleiders. Mensen met onmisbare kennis en vaardigheden om het woningtekort aan te pakken.

We hebben ervan afgezien om hen allemaal te voorzien van een oranje helm. Maar ik hoop tóch dat ze vindbaar zijn en dat u de gelegenheid grijpt om contact met hen te leggen. Want zij kunnen het niet alleen; ze hebben velen van u nodig!

Bouwen aan de toekomst is onmogelijk als ons gezamenlijk fundament kwetsbaar is. Zonder sterke grondvesten gaat het niet. Dat geldt voor gebouwen. En het geldt voor onze samenleving als geheel.

Soms is het nodig eerst diep te graven voordat je hoger en verder kunt komen.
Bij een gevoelig thema als ons koloniale verleden is dit absoluut noodzakelijk.

Dit proces moeten we samen door. Er is een begin gemaakt, maar er ligt nog een lange weg voor ons. In het jaar waarin we de afschaffing van de slavernij gedenken, voelen mijn vrouw en ik ons hierbij nauw betrokken. En ook daarná blijven we ons samen met u inzetten voor verbinding, verzoening en vooruitgang. In het héle Koninkrijk.

Ik hoop van ganser harte dat dit voor u allen een jaar van verbinding zal worden. 
In uw persoonlijk leven, met familie en vrienden om u heen.
In uw werk, met uw collega’s en de partners met wie u optrekt.
En als lid van onze samenleving, die voor zulke grote krachtproeven staat.

Graag wil ik het glas met U heffen.
Op ons collectieve zelfvertrouwen!
Op 2023!