Januari 2019

  • Beeld: ©ANP

15 januari: Nederlands fabricaat

‘Made in Holland, waarom niet?’ Dit is het devies van NeoFos B.V., een Nederlandse producent en leverancier van verlichtingssystemen op maat voor bedrijven, scholen, ziekenhuizen en kantoren. Directeur Robbert Bloem van het bedrijf uit Zaandam was een van de speciale gasten tijdens de Nieuwjaarsontvangst van Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima op 15 januari in het Koninklijk Paleis Amsterdam. Voor deze Nieuwjaarsontvangst worden traditiegetrouw enkele honderden mensen uit politiek, openbaar bestuur en samenleving
uitgenodigd. Ieder jaar krijgen zij gezelschap van een groep speciale gasten die een bijzondere sector vertegenwoordigen. Na leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs in 2017 en politiemensen in 2018, was het in 2019 de beurt aan ondernemers in de maakindustrie.

Robbert Bloem van NeoFos B.V. was aangenaam verrast door de uitnodiging: “Blijkbaar hebben we ons hoofd boven het maaiveld uitgestoken en worden onze activiteiten gezien. In 2013 hebben we de ledbuisproductie van China naar Nederland teruggehaald. Ik ben trots dat we zijn uitgenodigd en heb van harte ja gezegd. Naast de Koning en Koningin heb ik ook verscheidene interessante collega’s uit de maakindustrie en politici ontmoet.”
 

  • Beeld: ©J. van der Meyde

Hofhouding

Tijdens de Nieuwjaarsontvangsten in het Koninklijk Paleis Amsterdam worden de Koning, de Koningin en Prinses Beatrix ondersteund door een groot aantal medewerkers van de Dienst Koninklijk Huis en de bevriende diensten. Onder de mensen die voor en tijdens deze dagen in touw zijn, zijn veel leden van de hofhouding. Deze telt ongeveer 45 leden, die bij Koninklijke Beschikking worden benoemd. De kamerheren in de twaalf provincies en de hofdames maken er deel van uit, evenals onder anderen de thesaurier, de hofmaarschalk, de intendant, de ceremoniemeester, de stalmeester, de algemeen secretaris, de directeur Koninklijke Verzamelingen, de directeur ICT, het hoofd personeel en organisatie, de adjudanten, de particulier secretarissen en de persoonlijk adviseurs. Na de  Nieuwjaarsontvangst op 15 januari, gingen de Koning en Koningin en Prinses Beatrix met de hofhouding op de foto. Rechts naast de Koningin staat grootmeester Jan Versteeg. Hij verliet de Dienst Koninklijk Huis per 1 augustus in verband met zijn benoeming tot ambassadeur te Madrid. Chris Breedveld volgde hem op. Links naast Prinses Beatrix staat grootmeesteres Bibi van Zuylen van Nijevelt-den Beer Poortugael. Rechts naast de grootmeester staat adjudantgeneraal Ludger Brummelaar.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

22-24 januari: Partners voor inclusieve financiering

De inspanningen om zoveel mogelijk mensen overal ter wereld toegang te bieden tot financiële diensten als een bankrekening, een veilige mogelijkheid om geld te lenen of een zorgverzekering, hebben resultaat. In tien jaar tijd hebben meer dan 1,2 miljard volwassenen toegang gekregen tot financiële dienstverlening. Er is dus veel bereikt, maar ook nog veel te doen. Nog steeds moeten 1,7 miljard mensen het stellen zonder enige vorm van financiële dienstverlening en dit belemmert hun mogelijkheden om tegenslagen op te vangen en een beter bestaan op te bouwen voor zichzelf en hun familie. Hare Majesteit Koningin Máxima zet zich in voor deze mensen als speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor inclusieve financiering voor ontwikkeling. Zij doet dit tijdens bezoeken aan tal van landen en in ontmoetingen met vertegenwoordigers van regeringen, maatschappelijke organisaties, bedrijven en financiële instellingen. Een plaats waar veel van deze vertegenwoordigers samenkomen, is Davos, tijdens het jaarlijkse World Economic Forum. De Koningin nam aan deze internationale bijeenkomst deel van 22 tot en met 24 januari en sprak met onder anderen bondskanselier Merkel van Duitsland en met de CEO’s van tien internationale bedrijven die samen het informele ‘CEO Partnership for Economic Inclusion’ hebben gevormd. Onder meer Mastercard, PayPal,
Rabobank en Unilever maken daar deel van uit. “Dit samenwerkingsverband creëert een mogelijkheid voor heel verschillende bedrijven om samen nieuwe initiatieven te nemen waardoor meer mensen toegang krijgen tot financiële diensten”, aldus Koningin Máxima.
 

  • Beeld: ©ANP

24 januari: Morgen ben ik de baas

Alle kinderen verdienen een eerlijke kans op een goede toekomst. Maar die kans wordt sterk beïnvloed door de plek waar hun wieg heeft gestaan en door de opleiding en het inkomen van hun ouders. JINC is in 2003 opgericht om iets te doen aan die ongelijkheid. De organisatie wil alle basisschool- en VMBO-leerlingen een goede start op de arbeidsmarkt geven, ook degenen die van huis uit minder mogelijkheden meekrijgen. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander ging op 24 januari naar de slotbijeenkomst van JINC Baas van Morgen op het hoofdkantoor van ABN AMRO in Amsterdam. Daniël Roos, directeur van JINC, legde uit wat de essentie is van dit initiatief: “Baas van Morgen is een dag waarop tweehonderd kinderen de baas zijn van Nederland. We zetten kinderen in het zonnetje zodat ze weten wat er gebeurt bij bedrijven en leren wat ze later kunnen worden. We zijn het hele jaar door actief. Elke week krijgen vijftienhonderd kinderen een sollicitatietraining van  professionals uit het bedrijfsleven. Of ze gaan naar een bedrijf toe om te kijken wat er voor beroepen zijn en hoe die beroepen aanvoelen.” De Koning ontmoette onder anderen de 14-jarige Yarnelle Ramdien, voor één dag de Baas van Morgen van ABN AMRO. Yarnelle vatte het gesprek als volgt samen: “Het ging er onder meer over dat de bank duurzamer gaat leven en dat er minder auto’s op benzine gaan rijden.”
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

24 januari: Omarm het mbo

“Nederland heeft zijn MBO’ers keihard nodig”, zei Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander toen hij op 27 augustus 2018 het MBO-studiejaar opende. “Het is essentieel dat we als samenleving het MBO omarmen en studenten de helpende hand bieden, want zonder hun creativiteit en vakmanschap valt Nederland stil.” Een klein half jaar na het uitspreken van deze woorden, op 24 januari, ging de Koning naar Nieuwegein voor de opening van de Tech Campus van ROC Midden Nederland. Deze campus omvat vier kleinschalige MBO-opleidingen op het gebied van techniek, ICT, mobiliteit en bouw. Hij keek uitgebreid rond in het gebouw en sprak met docenten en studenten. Dani Nassor en Chandler Vermeulen gaven hem een demonstratie van hun kennis: “De Koning kwam bij ons langs en we hebben hem verteld over robotica. Dat is het programmeren van robots en hen dingen laten doen zonder menselijke besturing. We hebben hem een rijdende robot laten zien die dankzij een sensor stopt als hij iets tegenkomt.” Daan de Leeuw, derdejaars student mechatronica, vertelde over zijn beroepsperspectief: “Als je hier straks klaar bent, kun je haast wel zeker zijn van een baan. Bedrijven komen nu al vragen of we stage komen lopen.”
 

Directeur Ruud van Diemen was bijzonder blij met het bezoek van de Koning: “MBO’ers zijn het cement van de samenleving. Dat de Koning op onze opening is geweest is een enorme boost voor het hele MBO.”

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

30 januari: Extra goed kijken

Het werk van Rembrandt van Rijn wordt door iedere generatie opnieuw ontdekt en omarmd. In 2019 was het 350 jaar geleden dat de schilder overleed. Musea, steden en instellingen in heel Nederland bundelden hun krachten binnen het themajaar Rembrandt & de Gouden Eeuw. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix opende dit themajaar op 30 januari in het Mauritshuis in Den Haag. 

Bijzonder aan de expositie in het Mauritshuis was dat het museum niet alleen al zijn Rembrandts toonde, maar ook de werken die inmiddels niet meer toegeschreven worden aan de meester. Een belangrijke rol daarbij speelde Abraham Bredius die van 1889 tot 1909 directeur was. “Bredius zei met het blote oog te kunnen zien of een schilderij wel of niet aan Rembrandt kon worden toegeschreven’’, aldus conservator Charlotte Rulkens. “Dankzij hem zijn er vijf schilderijen van Rembrandt in het Mauritshuis terechtgekomen. Maar hij zat er soms ook naast met zijn inschattingen.” De opzet van de tentoonstelling prikkelde de bezoekers tot extra goed kijken en vergelijken: wat kenmerkt nu precies een echte Rembrandt? 

Bij de opening waren ook de directeuren van het Fries Museum, Museum Het Rembrandthuis, het Rijksmuseum en Museum de Lakenhal aanwezig. Ook zij droegen met bijzondere tentoonstellingen bij aan het succes van het themajaar. Lidewij de Koekkoek, directeur van Het Rembrandthuis: “Er was een hoge gunfactor en veel gedeeld enthousiasme. Vanaf het begin hebben we tegen elkaar gezegd: dit gaan we gezamenlijk doen.”
 

  • Beeld: ©ANP

31 januari: Samen uit de armoede

De armoedeproblematiek in de oude mijnwerkersregio Parkstad is groot. In Kerkrade en Heerlen melden zich meer mensen aan voor schuldhulpverlening dan in vergelijkbare steden. Al jarenlang werken de gemeenten, de kerken en maatschappelijke organisaties nauw samen om mensen te helpen uit de schulden te komen en zelfredzaam te worden, zodat ze niet opnieuw in de problemen komen.  Het samenwerkingsverband SchuldHulpMaatje Parkstad in Kerkrade kreeg op 31 januari bezoek van Hare Majesteit Koningin Máxima. Zij wilde graag de praktijkverhalen horen van de professioneel getrainde vrijwilligers en de mensen die zij bijstaan. Een van de cliënten vertelde hoe moeilijk het voor haar was om hulp te vragen: “Je komt er niet graag mee naar buiten. Je hebt toch te maken met vooroordelen van de omgeving. Maar op een gegeven moment gaat het gewoon niet meer. Dan gaan je kinderen vragen: mama, waarom kunnen we niet daarheen of daarheen? Dat is het punt waarop je beseft dat je echt iets moet gaan doen.”

Aalmoezenier van Sociale Werken Hub Vossen vertelde waarom de kerken actief betrokken zijn bij SchuldHulpMaatje: “Wij hebben een duidelijke diaconale opdracht om er te zijn voor mensen, en juist degenen die in de problemen zitten te helpen.”

SchuldHulpMaatje Parkstad neemt deel aan het Oranje Fonds programma ‘Meedoen, samen uit de armoede’, dat organisaties steunt die mensen helpen een stap uit de armoede te zetten.
 

  • Beeld: ©Hollandse Hoogte

31 januari: Rauwe energie in Heerlen

Met ferme hand plaatste Hare Majesteit Koningin Máxima op 31 januari haar initiaal op een plaquette in museum SCHUNCK in Heerlen. Niet met een pen, maar met een spuitbus. Met haar ‘tag’ markeerde ze de opening van een tentoonstelling gewijd aan het vroege werk van graffitikunstenaar Jean-Michel Basquiat (1960-1988). Basquiat groeide eind jaren zeventig in New York uit tot een fenomeen en tot een boegbeeld van zijn generatie. Als highschool dropout en zonder formele kunstopleiding waren de muren van de stad zijn canvas. Heerlen is een stad met een ‘rauw randje’ en voelt zich nauw verwant met Basquiats expressieve kunst. Vandaar dat museum SCHUNCK trots was zo’n driehonderd werken en objecten uit de vroege periode van de kunstenaar in Heerlen te kunnen laten zien. Curator Cynthia Jordens: “graffiti en straatcultuur horen bij Heerlen sinds de stad in de jaren zeventig door de sluiting van de mijnen in een vrije val belandde.”

Het openingsprogramma bevatte geheel in stijl optredens van rapper Yung Nnelg en van breakdanceclub HFC. Jasper Krabbé vertelde wat Basquiat zo bijzonder maakt: “Jean-Michel Basquiat was wat mij betreft een van de beste kunstenaars van de twintigste eeuw. Die gast heeft geen slecht schilderij gemaakt: alles is raak. Hij heeft het laagste genomen: graffiti, waar op neergekeken werd, en dat tot het allerhoogste niveau getild. Die energie voel je vandaag nog.” Het is precies die rauwe energie waaraan Heerlen zich spiegelt.