Predicaat Hofleverancier aanvragen

Hieronder leest u hoe u het Predicaat Hofleverancier aanvraagt: bij wie u dat doet, wat u mee moet sturen en hoe de procedure verder verloopt.

Aanvraagprocedure

Het Predicaat kan worden aangevraagd via de Burgemeester in de vestigingsplaats of via de Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger. De Burgemeester, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger verifieert of voldoende gegevens ter ondersteuning van de aanvraag zijn toegevoegd. Deze gegevens worden niet openbaar gemaakt. De registers van de Justitiële Informatiedienst worden geraadpleegd.

De aanvraag wordt, voorzien van het advies van de Burgemeester, aangeboden aan de Commissaris van de Koning die op zijn beurt adviseert nadat hij informatie heeft ingewonnen bij verschillende instellingen, bijvoorbeeld diensten en ministeries die relevant zijn voor de beoordeling. De Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger zal advies inwinnen bij relevante ministeries en/of andere instanties.

De Commissaris van de Koning, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger bericht de aanvrager over de beslissing van de Koning. Bij toekenning reikt de Commissaris van de Koning, Gouverneur of Rijksvertegenwoordiger gewoonlijk de Oorkonde uit die bij het Predicaat hoort. De hele procedure duurt ongeveer een jaar.

De aanvraag

Een aanvraag moet worden voorzien van een goede onderbouwing. Hierbij kunnen onderstaande elementen gelden als richtlijn.

Beschrijving onderneming

Voor het verkrijgen van het Predicaat Hofleverancier komen in principe alleen ondernemingen in aanmerking die gerekend kunnen worden tot het midden- en kleinbedrijf. In haar bedrijfstak moet de onderneming ten minste in de regio van de vestiging een vooraanstaande plaats innemen. De bedrijfsvoering dient onberispelijk te zijn. De onderneming, en ook de directie, moet te goeder naam en faam bekend staan en van onbesproken gedrag zijn.

Een onderneming moet ten minste honderd jaar bestaan en het Predicaat wordt slechts ter gelegenheid van een bijzonder jubileum (100- of 125-jarig bestaan en verder bij een veelvoud van 25 jaar) verleend. Een aanvraag zal voorzien moeten zijn van een degelijk bewijs van de oprichtingsdatum; bij voorkeur is dit een direct bewijs, zoals een eerste inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, maar bij voldoende historische onderbouwing kan een indirect bewijs volstaan, zoals jubileumadvertenties, krantenartikelen, of een vermelding in belastingregisters.

Financiële gegevens

De aanvraag moet worden voorzien van een overzicht van de financiële kerncijfers op basis van onderstaande gegevens voor een periode van vijf jaar:

  • netto omzet;
  • resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen;
  • buitengewoon resultaat na belastingen;
  • resultaat na belastingen;
  • investeringen;
  • netto-kasstroom;
  • werkkapitaal;
  • liquide middelen;
  • eigen vermogen;
  • vreemd vermogen.

In aanvulling op de kerncijfers wordt een beschrijving verwacht van de financiële positie, gerelateerd aan de ontwikkelingen in de laatste vijf jaar, de huidige bedrijfsvoering en het verwachte toekomstperspectief. Het bestuur geeft hiermee de financiële reputatie en stabiliteit van de organisatie aan. De inhoud van deze beschrijving is vormvrij, maar de gedane uitspraken en gebruikte argumenten moeten voldoende zijn onderbouwd om een weloverwogen oordeel te kunnen vellen. Het financiële deel van de aanvraag dient te worden gecompleteerd met een rapportage van een openbare accountant over de financiële kerngegevens en de beschrijving van de financiële positie. De NBA heeft hiervoor een accountantsprotocol ontwikkeld.

Uitgesloten sectoren

Ondernemingen die deel uitmaken van een concern dat reeds het Predicaat Koninklijk voert, of waaraan vroeger het Recht tot het voeren van het Koninklijk Wapen met de toevoeging 'Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier' (oudtijds met de titel Hofleverancier) is verleend, kunnen in beginsel niet in aanmerking komen voor verlening van het Recht. Bedrijven die zich niet als een bedrijf uit het Koninkrijk der Nederlanden manifesteren, zoals vestigingen van buitenlandse multinationals, komen niet voor een Predicaat in aanmerking, ongeacht de duur van hun vestiging in het Koninkrijk. Ook nuts- en dienstverlenende instanties, zoals overheidsinstellingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, financiële instellingen, opleidingsinstituten, uitvaartondernemingen, advocaten en notarissen komen niet in aanmerking voor verlening van het Recht.

Voorwaarden aan Predicaat Hofleverancier

Wanneer de Koning bereid is het Recht tot het voeren van het Predicaat toe te kennen, wordt de onderneming verzocht zich te verbinden aan de 'Bepalingen betreffende het Predicaat Hofleverancier'. De belangrijkste verplichting is dat de gerechtigde alles zal nalaten wat zijn reputatie zal schaden. Het Koninklijk Wapen wordt gevoerd op de voorgeschreven wijze volgens het daartoe ontworpen wapen; naar buiten toe mag alleen dit specifieke wapen worden gebruikt. Hofleveranciers oude-stijl mogen hun oude schild met het Koninklijk Wapen binnenshuis blijven tonen voor zover zij dit wensen.

Schending van de Bepalingen kan leiden tot verlies van het Recht tot het voeren van het Predicaat. Bij faillissement of surseance van betaling, wanneer de onderneming in andere handen overgaat, zij haar zelfstandigheid verliest of de aard van de onderneming verandert, vervalt het Recht. Los hiervan kan het Recht te allen tijde worden ingetrokken.

Het Recht wordt doorgaans toegekend voor een periode van ten hoogste 25 jaar, waarna de gerechtigde, via de Burgemeester in de vestigingsplaats, aan de Koning verlenging kan vragen. Er vindt dan opnieuw een toetsing plaats.