Koninklijke grafkelder

De Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft is sinds de bijzetting van Willem van Oranje de laatste rustplaats voor leden van het Huis Oranje-Nassau.

De grafkelder bestaat uit drie gedeelten. De oudste grafkelder bevindt zich direct onder het grafmonument van Willem van Oranje in het koor van de kerk. In 1822 werd de tweede grafkelder in gebruik is genomen, die zich achter de oude grafkelder bevindt. In 2022 werd de derde grafkelder opgeleverd, die zich ten zuidoosten van de oudste grafkelder bevindt.

De ingang van de grafkelder bevindt zich voor het koor. De ingang wordt bedekt door een grote grafsteen, waarin het wapen van Oranje-Nassau is uitgehouwen en in het Latijn de tekst "Hier verwacht Willem I, de Vader des Vaderlands, de wederopstanding" staat.

Monumenten en gedenktekens

De belangrijkste bezienswaardigheid in de Nieuwe Kerk is het grafmonument ter nagedachtenis aan Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands. Het werd in opdracht van de Staten-Generaal tussen 1614 en 1622 gebouwd en is ontworpen door Hendrick de Keyser.

Prins Willem van Oranje was stamvader van het Huis Oranje-Nassau en de eerste leider in de opstand van de Republiek der Verenigde Nederlanden tegen de Koning van Spanje. De Prins werd 10 juli 1584 in Delft vermoord. Willem van Oranje kon niet in het familiegraf van de Oranjes in Breda worden bijgezet, omdat die stad in handen was van de Spanjaarden. Daarom werd hij bijgezet in de Nieuwe Kerk in Delft.

Verder bevindt zich in de Nieuwe Kerk het praalgraf van Hugo de Groot en zijn er vele gedenktekens van hier rustende leden van het Huis Oranje-Nassau.

Commissaris Koninklijke grafkelder

De burgemeester van Delft is commissaris van de Koninklijke grafkelder. De burgemeester inspecteert de kelder één keer per jaar en zorgt ervoor dat de leden van de Koninklijke familie de grafkelder kunnen bezoeken. De grafkelder is niet opengesteld voor publiek.