Waarom ontvangt de Prinses van Oranje vanaf 2021 een uitkering?

Op Prinsjesdag is de begroting van de Koning voor 2022 bekend gemaakt. De pagina’s in het onderwerp ‘Financiën Koninklijk Huis’ over de begroting van de Koning worden daarom bijgewerkt.

In de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) is bepaald welke leden van het Koninklijk Huis een grondwettelijke uitkering krijgen van de Staat. Momenteel zijn dit Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix.

Daarnaast is vastgelegd dat de vermoedelijke opvolger van de Koning vanaf de leeftijd van 18 jaar een uitkering krijgt, omdat zij vanaf die leeftijd gerechtigd is om de troon te bestijgen en het koningschap uit te oefenen.

In de WFSKH is vastgelegd welk bedrag de vermoedelijke opvolger van de Koning ontvangt. 

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten. De B-component zal zij tevens terugstorten tot 1 januari 2025. Dat bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas.