Welke leden van het Koninklijk Huis ontvangen een uitkering?

Momenteel ontvangen drie leden van het Koninklijk Huis een uitkering van de staat. Dat zijn de Koning, de echtgenote van de Koning en Prinses Beatrix. Vanaf 7 december 2021 ontvangt ook de Prinses van Oranje een grondwettelijke uitkering. De uitkering die zij krijgen bestaat uit een inkomensdeel (A-component) en een component voor personele en materiële uitgaven (B-component).

De andere leden van het Koninklijk Huis ontvangen geen uitkering van het Rijk. Dit is geregeld op basis van de Grondwet en de Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis (Wet van 22 november 1972 en van 2 juli 1980; Stb. 701 en Stb. 380 en geactualiseerd in 2008).

De Prinses van Oranje heeft besloten dat zij tot het einde van haar studie de A-component terug zal storten. De B-component (de onkostenvergoeding) zal zij tevens terugstorten, zolang zij geen hoge kosten zal maken in haar functie van beoogd troonopvolger. Dat bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene middelen. Met andere woorden: het gaat terug naar de staatskas.