Protocol na overlijden

Wanneer een lid van het Koninklijk Huis is overleden wordt dit omgeven met ceremonieel en protocol. De protocollen, processen en regelingen voor de staatsbegrafenis van leden van het Koninklijk Huis zijn vastgelegd en worden met regelmaat geactualiseerd en geoefend.

De organisatie van alle gebeurtenissen op de dag van de uitvaart ligt in handen van de grootmeester. Dit doet de grootmeester onder verantwoordelijkheid van de minister-president. De adjudant-generaal van het Militaire Huis is de plaatsvervanger van de grootmeester.

Verschil in protocol en ceremonieel

Er bestaat een verschil in de mate van ceremonieel, de locatie en de voorbereidingstijd tot de uitvaart afhankelijk van wie is komen te overlijden. Dit kan worden onderverdeeld in drie categorieën:

  • Het staatshoofd en echtgeno(o)t(e).
  • De beoogd troonopvolger en echtgeno(o)t(e) en het oud-staatshoofd en echtgeno(o)t(e).
  • De beoogd troonopvolger tot 18 jaar en andere eerste-, tweede- en derdegraads bloedverwanten van het staatshoofd.

Bekendmaking

Het overlijden van een lid van het Koninklijk Huis wordt bekendgemaakt door de minister-president via radio en televisie. Het hoofd van het Koninklijk Huis maakt het overlijden daarnaast bekend in een speciale editie van de Staatscourant.

Rouwbeklag

Zo spoedig mogelijk na het overlijden krijgen familie en goede vrienden gelegenheid om afscheid te nemen. Ook kan het zijn dat de overledene een aantal dagen wordt opgebaard in een speciaal daartoe ingerichte ‘Chapelle Ardente’ of rouwkapel op het complex van Paleis Noordeinde. Officiële deputaties en publiek kunnen afscheid nemen en de laatste eer bewijzen.

Bij de Chapelle Ardente staat doorgaans een dodenwacht van vier militairen opgesteld. Familieleden kunnen ook deel uitmaken van de dodenwacht.

Vergroot afbeelding De Prins van Oranje, prof.mr. Pieter van Vollenhoven, Prins Maurits en Prins Pieter-Christiaan staan na het overlijden van Prins Bernhard op dodenwacht in de rouwkapel van Paleis Noordeinde
Beeld: ©ANP / Robin Utrecht
Den Haag, 6 december 2004: De Prins van Oranje, prof.mr. Pieter van Vollenhoven, Prins Maurits en Prins Pieter-Christiaan staan na het overlijden van Prins Bernhard op dodenwacht in de rouwkapel van Paleis Noordeinde.

Rouw

Na het overlijden kent de hofhouding een periode van hofrouw. Deze duurt vaak van het moment van overlijden tot het moment van bijzetting. De hofhouding draagt stemmige kleding. Leden van het Militaire Huis dragen een zwarte rouwband om hun linkerarm. Een zwarte wimpel (een cravatte) kan tijdens hofrouw aan de standaard worden bevestigd.

Sinds het overlijden van Koningin Wilhelmina is er geen nationale rouw meer afgekondigd na het overlijden van een lid van het Koninklijk Huis. De minister-president kan een speciale vlaginstructie uitvaardigen over hoe en wanneer er halfstok wordt gevlagd van overheidsgebouwen.

Staten-Generaal

Ook kunnen de Eerste en Tweede Kamer samenkomen in een Bijzondere Verenigde Vergadering der Staten-Generaal. Tijdens deze vergadering wordt stilgestaan bij wat het overleden lid van het Koninklijk Huis heeft betekend voor Nederland.

Bijzetting

Doorgaans worden leden van het Koninklijk Huis bijgezet in de Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk in Delft. Op de dag van de bijzetting vindt ook de uitvaartdienst plaats.

In de Wet op de Lijkbezorging zijn speciale voorzieningen getroffen voor de begrafenissen van leden van het Koninklijk Huis. Zo kan er worden afgeweken van de wettelijke termijn waarbinnen de uitvaart plaats moet vinden.