Waarom doet de RVD vaak geen mededelingen over maatregelen naar aanleiding van specifieke schendingen van de persoonlijke levenssfeer?

Regelmatig bellen journalisten de RVD met de vraag of media specifieke foto's mogen plaatsen. Zodra het om een privéfoto gaat en er geen juridische rechtvaardiging is voor een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, adviseert de RVD om niet te plaatsen. De juridische rechtvaardiging om te publiceren is alleen aan de orde - zo heeft de rechter in verschillende uitspraken gezegd - als publicatie van de foto een bijdrage levert aan een publiek debat over een zaak van algemeen belang.

Dit laatste is niet noodzakelijk hetzelfde als 'nieuws'. De rechter oordeelde meermaals dat publicatie van foto’s van privésituaties géén bijdrage aan een publiek debat over een zaak van algemeen belang leveren en om deze reden geen juridische rechtvaardiging vormen voor de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.

De RVD is altijd bereikbaar om journalisten te adviseren of er wel of geen bezwaar is tegen publicatie van foto's of filmbeelden. Media maken vervolgens zelf de afweging een foto te publiceren. Uiteindelijk bepaalt de rechter en niet de RVD of een publicatie rechtmatig is.

Mochten media ondanks een negatief advies een foto toch publiceren dan zal de RVD doorgaans niet direct reageren op vragen van andere media over het wel of niet ondernemen van actie. Door wel te reageren naar derden zou de RVD immers meewerken aan een publieke discussie waardoor andere media mogelijk meer reden zien om de bewuste foto ook te publiceren. Dit is niet in het belang van de betrokkenen waarvan de persoonlijke levenssfeer in het geding is. Uiteraard geeft de RVD desgevraagd wel aan derden aan of het gaat om een privéfoto waarvan publicatie wordt ontraden.