Waarom heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed onderzoek gedaan naar de Rijkscollectie in de paleizen?

Paleis Noordeinde, Paleis Huis ten Bosch en het Koninklijk Paleis Amsterdam worden conform artikel 4 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) aan de Koning voor het vervullen van zijn functie van staatshoofd ter beschikking gesteld.

De paleizen zijn voor een groot deel ingericht met paleisgebonden collectie in eigendom  van de staat. Denk hierbij aan meubelen, schilderijen, geschiedkundige objecten, keramiek en zilver. In nauwe samenwerking met en onder toeziend oog van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) wordt deze collectie beheerd, verzorgd én gebruikt door de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH).

De paleisgebonden collectie van de Staat maakt grotendeels deel uit van de Rijkscollectie. In de Erfgoedwet zijn normen voor het beheer van de Rijkscollectie vastgelegd om verlies van en schade aan de Rijkscollectie zo veel mogelijk te voorkomen, zodat deze voor toekomstige generaties behouden blijft. In de brief van premier Rutte aan de Tweede Kamer van 14 oktober 2019 is bekrachtigd dat de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed toezicht houdt op deze Rijkscollectie. In afstemming met het RVB en de DKH is besloten om eind 2021 dit toezicht te effectueren door een eerste reguliere inspectie uit te voeren naar het beheer ervan. De Inspectie toetst of dat gaat volgens de beheernormen in de Erfgoedwet.